2010
- editie 2010
- deelnemers
- dagboek
- fotoverslag
- verslag
2009
- editie 2009
- deelnemers
- Art Festival
2008
- editie 2008
- dagboek
- deelnemers
2007
- editie 2007
- dagboek
- deelnemers
2006
- editie 2006
- dagboek
- deelnemers
- verslag
2005
- editie 2005
- dagboek
- deelnemers
2004
- editie 2004
- dagboek
- deelnemers
2003
- editie 2003
- dagboek
- deelnemers
2002
- editie 2002
- dagboek
- deelnemers
2001
- editie 2001
- dagboek
- deelnemers
2000
- editie 2000
- dagboek
- deelnemers
Hirado
Organisatie
Contact
Link
|
lees het algemene dagverslag:
1-15 juli | 16-31 juli | 1-15 augustus | 16-31 augustus
1-15 september | 16-30 september | 1-15 oktober | 16-31 oktober
overzicht voorbereidingen
lees het persoonlijke dagverslag van:
Bas | Stephan | Klaas | Merel | Glenn | Emeke | David
Niek | Erik | Lucienne | Marjolijn | Mariska
Via Engelse thee (London Heathrow) en over Siberische hoofden met mede 12xHolland-deelneemster Mariska Hammerstein in Japan aangekomen, d.w.z. in Osaka waar een estafette van stewardessen met ons heeft lopen rennen opdat we de connectie met de vlucht naar Fukuoka niet zouden missen. (Wij natuurlijk buiten adem door al dat gehol, maar de stewardessen met superconditie en superservice nog steeds vriendelijk glimlachend.)
In Fukuoka opgehaald met het 12xHolland-busje en in Hirado aangekomen in het Japanse donker 8 uur `s avonds (op dat moment 1 uur `s middags in Nederland). Al met al van deur tot deur 24 uur onderweg geweest of beter gezegd van de Amsterdamse deur naar de welkomstceremonie op het plein van de uitwisseling ofwel het nieuw gebouwde Hollandse paviljoen. Veel handen geschud, veel namen gehoord en maar een enkele onthouden, zoals die van mijn host Machida-san en Kodaya-san (mijn toekomstige shakuhachi-leraar). Kadoya-san is een man vol grapjes en speelt volgens mij op zijn shakuhachi alles wat maar 'los en vast zit', populaire liedjes, traditionele muziek en improvisaties zoals dat uitkomt. Het zullen levendige lessen worden. We kregen uiteraard ook de nodige toespraken, zodat ik om te beginnen de woorden domo arigato (dank u wel) veelvuldig kon oefenen, op dat ogenblik ook het enige Japans wat me na 3 maanden Japanse les te binnen kon schieten. En daarna! Eindelijk een heerlijk 'lopend buffet', met o.a. de sushi waar ik zo naar uitgekeken heb en, zoals te verwachten, Hollandse Heineken. Al met al een warm onthaal.
Inmiddels ingericht in een 'appartement', eenvoudig maar functioneel, zoals de Hollandse vakantiehuisjes van mijn jeugd. Het grote verschil daarmee is de inrichting met tatami-matten, futon-matrassen en de slofjes bij de deur. Ik zal er aan moeten wennen overal onmiddellijk mijn schoenen uit te trekken voordat ik ergens naar binnenga. Omdat het tropisch nat en warm is en deze huisjes bovendien tussen het natte groen staan is het een beetje uitkijken met spinnen, slangen en kakkerlakken. Hopelijk blijven ze allemaal buiten. (Gelukkig heeft iedere deur en ieder raam een hor.)
De ontvangst bij de burgemeester van Hirado, mr Shirahama, was een zeer formele gebeurtenis met veel ritueel, maar de burgemeester had een geweldig gespreksonderwerp, namelijk zijn recente bezoek aan Amsterdam. Hirado`s Newspaper zou de volgende dag een foto publiceren waarop Mariska en ik als echte vrouwen lieftallig naast elkaar zitten te glimlachen. Aan ons aanpassingsvermogen zal het niet liggen! `s Avonds met de vrouw van Machida-san, Noriko, naar een Jazz-concert geweest in de Shei-gan-tempel: vooral veel sentimentele verjazzte musical liedjes, zoals 'My Favorite Thing'. Prima muziek, maar voor mij was het vooral vermakelijk daar bij Noriko Machida en haar giechelende vriendinnen op de tatami-matten te zitten. Ik ben vast van plan het Japans beter te leren verstaan!
De avond afgesloten in een ware 'pizzeria', gerund door een Hiradose inwoner die in Nederland de 'kunst' heeft afgekeken wat het reilen en zeilen van restaurants betreft. Hij toonde ons een video die hij in Amsterdam had opgenomen: die begon met een eindeloze rij van etalages en interieurs van restaurants.
Nog moe van mijn hectische leven van de laatste tijd en met een 'jet-lag' enigszins daas naar de middelbare school van Tabira gegaan waar in een grote zaal een groep van 90 kinderen (12/13 jaar) mij netjes in het gelid een welkomstlied stonden voor te fluiten op plastic Yamaha-altblokfluiten. Het was allemaal zo officieel dat ik mij niet helemaal op mijn gemak voelde, vooral omdat ik er als een soort hooggeplaatste werd binnengehaald. Het maakte de afstand tot de kinderen wel erg groot, afgezien van het feit dat zij mij daar als geüniformeerde groep stonden aan te staren. Ik kreeg ze in de loop van de demonstratie wel een beetje los, maar ik was er niet erg tevreden over. Met de docenten was het contact gelukkig veel beter. Ik moet er maar vanuit gaan dat, als ik hier geen missie kan volbrengen (wil ik dat eigenlijk ook wel?), ik met de vele fluiten die ik heb meegenomen voor hen in ieder geval een bezienswaardigheid ben. Machida-san haalde mij op en bracht mij vervolgens bij Miyako Tsuji die, als ik het goed begrepen heb (dat zal ik nog vaak zeggen) de leidster of organisator is van de Haiku-club. De mensen van deze vereniging zullen op mijn uitnodiging gaan luisteren naar de nieuwe compositie Kage die Roderik de Man voor mij schreef t.g.v. van deze Japan-reis. De bedoeling is dat Kage hen zal inspireren tot het schrijven van een Haiku-gedicht. Die spannende gebeurtenis zal plaatsvinden op de dag van het theeceremonie-festival, 22 oktober.
We spraken met Tsuji-san af dat zij a.s. zaterdag 7 oktober zal komen luisteren naar de eerste uitvoering van Kage tijdens het concert in de buitenlucht bij het Hollandse Paviljoen. Ondertussen kreeg ik heerlijke groene thee (zeer sterk en geconcentreerd) met een of andere ingenieus opgemaakte zoetigheid. We zaten in de zijruimtes van een mij nog onbekend soort tempel. Ik had daar nog wel een tijdje willen zitten. Het was er buitengewoon mooi en rustig. Maar we moesten verder. Een uurtje thuis geweest; toen haastig iets gegeten en op naar de volgende workshop, ditmaal een kleine groep geïnteresseerden. Geen van deze deelnemers had iets voorbereid; de bedoeling was dat ik kunstjes met ze zou uithalen; dat heb ik dan ook met liefde gedaan en aan het eind van de avond speelden ze net als mijn muziekschoolleerlingen 'Scarborough Fair' en 'Mooie Melodie'; leve de CD-begeleidingen. Ook in de muziekles houden Japanners van Karaoke. Hier helaas geen baroksonates of andere oude muziekstukken, laat staan eigentijdse klassieke muziek. Dit is een groep mensen die vooral is opgevoed met populaire liedjes en - overigens wel heel interessante -traditionele Japanse liederen.
Er was 1 deelnemer die barokmuziek bij zich had, een duettenboek. Het leek echter alsof hij die bij toeval bij zich had, want toen ik hem vroeg daar uit te spelen bleek hij er geen noot van te kunnen lezen. Een ander had als buitengewone uitzondering tussen alle plastic blokfluiten een handgebouwde baroksopraan (een Terton-kopie nota bene!). Ik kon er niet achterkomen of ze deze had meegenomen als bezienswaardigheid of er werkelijk mooie muziek op kon spelen, maar de partituren thuis gelaten had. Ik moet het fijne daarover nog te weten komen; hopelijk komt ze naar de vervolgworkshop volgende week. Ik neem dan maar wat meer gedurfde muziek mee, zoals Van Eyck en Uytnement Kabinet en zal kijken hoe ze het er dan van afbrengen.
Inmiddels maak ik me enigszins zorgen over het veel te volle rooster. Dit was in ieder geval een dag zoals die hopelijk niet vaker voor zal komen. Ik moet tenslotte ook nog concerten geven en zal tussendoor moeten studeren om in speelconditie te blijven. Het Japanse landschap heb ik voor alsnog vooral van achter het autoraampje gezien.
Deze dag is goed begonnen. Afgezien van een betere nachtrust en stralend mooi weer, kwam ik op een geweldig leuke school terecht: Higashi, een lagere school in het vlakbij Hirado gelegen plaatsje Tabira (aan de andere kant van de grote rode Hirado-brug die er uitziet als de 'Golden Gate' van San Francisco). Een wat rommelig en oud, maar zeer sfeervol gebouw, een bijzonder vriendelijke directeur en idem docenten, en vooral zeer enthousiaste en blije kinderen, die na afloop om mij heen bleven springen.
Ook hier vertoonde ik de hele 'blokfluitfamilie' van klein tot groot (zij kennen alleen de sopraan- en soms de altblokfluit). De kleinste en de grootste, de 'piccolino' zoals ik het hier maar noem, en de basblokfluit hadden uiteraard het meeste succes. Maar toen ik ze de fluiten uit liet proberen aan het eind van de sessie won de 'piccolino' het van de basblokfluit. Dat ze daar op mochten spelen veroorzaakte grote hilariteit.
Zoals gisteren gebruikte ik de lunch samen met een groep kinderen in hetzelfde lokaal waar zij ook les krijgen. Zij zijn dat zo gewend en ik werd daar nu van harte bij uitgenodigd. In tegenstelling met mijn ervaring van de vorige dag, waren de kinderen alles behalve verlegen en probeerde me op allerlei manieren uit. Zo kon ik met het woordenboek in de hand eens goed oefenen in het Japans. Ondertussen bleek een andere groep kinderen de tekeningen al te maken waar ik om gevraagd had. Ik had van mijn kant de blokfluittekeningen van de leerlingen van de Amsterdamse Muziekschool Zuid-Oost beloofd. Tot mijn grote verrassing kreeg ik na die lunch dus een stapel kindertekeningen in mijn handen geduwd; die zagen er even levendig en vrolijk uit als de kinderen zelf. Ze hadden mijn optreden en hun reactie daarop uitgetekend. Op iedere tekening stond: Arigatou! (Bedankt!) Toen ik bij het weggaan bovendien in de gang spontaan door een aantal kinderen werd omhelsd (of beter uitgedrukt: besprongen), wist ik weer precies waarover het ging en waarom ik dit soort werk doe. Ik ging daar weg als een volmaakt gelukkig mens en liet me niet afleiden door de levensgrote spin die in mijn teen prikte toen ik mijn schoenen aantrok (die overigens niet meer dan een muggebeet en veel gelach veroorzaakte). Vervolgens het wel erg handige kleine Japans Nederlandse woordenboekje van Mariska op het stadhuis van Hirado gekopieerd. (Een deel van de 12xHolland-organisatie is in het stadhuis aanwezig.)
Daarna mijn schema met Machida-san doorgesproken; ik probeer het wat uit te dunnen wat betreft de scholen, want er staan er naar mijn smaak veel te veel op! Ik heb Machida san aangeraden de leiding van deze scholen ervan te overtuigen dat een goede leraar ook goed moet kunnen spelen. Met vier officiële concerten en een aantal miniconcertjes voor de boeg moet ik absoluut studeren, al was het maar om mij weer even muzikaal 'terug te kunnen trekken' en me te concentreren. Bovendien zal ik toch ook een poging moeten wagen mij enigszins op de shakuhachi te bekwamen. Het blijft moeilijk, want waar ik twee scholen heb kunnen 'wegpraten' komen er weer twee voor in de plaats. Gelukkig snapt Machida-san het heel goed; ik kan erop vertrouwen dat hij zal proberen de schoolbezoeken te beperken.
`s Avonds heerlijk sashimi gegeten en hete sake gedronken (eindelijk dan toch!) met Machida`s familie en Mariska in een restaurantje in Hirado. Vervolgens uitermate gezellig alleen met Mariska en Machida-san`s vrouw Noriko thee gedronken in wat zij een 'coffeeshop' noemt en waar volgens haar en de eigenaresse voornamelijk vrouwen komen. Het was dan ook echt een uurtje 'vrouwen onder elkaar'.
Ik denk dat ik het met mijn host Machida-san en zijn vrouw erg goed heb getroffen (ook zijn dochter heeft me al een paar keer geassisteerd). Het zijn zeer hartelijke en vooral ook zorgzame mensen.
Vanochtend kreeg ik een volkomen ander deel van de bevolking te zien. Ik gaf een concertje in een bejaardentehuis (Wadatsumi no sato). Machida-san had mij al aangegeven dat ze het vooral leuk zouden vinden als ik op al die Hollandse blokfluiten Japanse muziek zou spelen. Hij gaf mij een dik boek in handen met 767 (!) traditionele Japanse liederen waar hij vlijtig een aantal groene stikkertjes had geplakt bij de meest populaire nummers. Ik was hem diep dankbaar voor die geste, want het bleek zeer succesvol te zijn. Na afloop werd ik op de foto vereeuwigd met de oudste bewoonster van het huis; zij is 103 jaar oud. De directeur vertelde na afloop dat zij in hun verzorgingssysteem veel hebben geleerd en overgenomen van Europese en zelfs met name Nederlandse inzichten op dit gebied. Een voorbeeld is het idee om oudere mensen en peuters bij elkaar te brengen en ze samen te laten zingen. Volgens hem leven de bewoners enorm op als er kleine kinderen in huis komen. Inmiddels heeft de toegewijde Machida-san mij het Japanse liedboek cadeau gegeven.
In de middag kwam er iemand van de TV bij mij langs bij wijze van voorbespreking en proefinterview voor de opnames half oktober. Ik had er niet op gerekend dat hij bij mij thuis zou komen; ik had begrepen dat wij elkaar zouden ontmoeten in het huis van Machida-san. Ik was onmiddellijk een gefrustreerde Hollandse huisvrouw, want ik had natuurlijk nauwelijks 'iets in huis'. Ik had wel groene thee, maar ik vertrouwde het mijzelf niet toe, geoefend groene thee-drinker die hij waarschijnlijk is, om dat voor hem klaar te maken. Ik besloot hem de appelsap aan te bieden die ik meende te hebben gekocht. Gelukkig bedacht ik op het laatste moment die even uit te testen, want tenslotte begreep ik alleen het plaatje van de appels. Het was appelazijn! Geheel uit mijn doen heb ik hem uiteindelijk alleen de Japanse snoepjes aangeboden, waarvan ik in ieder geval zeker wist dat die niet van plastic waren. We hebben schijnbaar veel uitgewisseld en ik heb een poging gedaan heldere uitleg te geven, maar ons Engels was zeker niet altijd hetzelfde. Ik vraag me af wat er van overblijft. Het zal in ieder geval ongetwijfeld een mooi verhaal worden.
Inmiddels uitgevonden dat het toetsenbord van de computer waarop ik dit verhaal maak een eigen wil heeft en dat de computer van Machida-san die de uiteindelijke e-mail verzendt geen ops en aans (cursief, aanhalingstekens etc.) accepteert en naar believen Japanse tekens toevoegt. Hoe dan ook, het verhaal zal wel naar Nederland overvliegen. De shakuhachi-les van gisterenavond is uitgesteld. Ik was geveld door een hevige hoofdpijn. Onmiddellijk kwam een zorgzame Machida-san naar mij kijken en vanmiddag bleek zijn vrouw Noriko vastbesloten mij Shiatsu-therapie (drukpunt-massage) te geven. (Mariska had dat overigens ook al aangeboden, want zij heeft nog onlangs een Shiatsu opleiding in Nederland gevolg, maar zij heeft voor alsnog veel te druk met andere zaken.) Om te beginnen werd ik midden in hun woonkamer op de grond gelegd: een rommelige, maar gezellige ruimte, op iedere vierkante centimeter ditjes en datjes, kortom een huishouden van Jan Steen, waar je je gauw thuisvoelt. Vervolgens werd ik door zowel moeder Noriko als dochter Yoriko Machida letterlijk en figuurlijk van top tot teen aangepakt. Ik wist na afloop in ieder geval weer dat ik een lichaam heb waar ik op moet passen. Voor als nog heeft Noriko zich daar over ontfermd. Morgenochtend de volgende sessie.
Inmiddels heb ik weer een andere lagere school in het nabijgelegen plaatsje Tabira bezocht: de school Minami. Ik heb daar dit keer niet alleen een blokfluit-, maar ook een dansdemonstratie gegeven! Ik danste (danste?) een Menuet met fantasiepassen in de hoop wat meer beweging in hun spel te krijgen. Ze deden in ieder geval een poging met hun voetjes mee te wiebelen. Ook hier was het kleinste fluitje favoriet en toeterden ze net zo enthousiast als de Amsterdamse blokfluitleerlingen de rock`n roll uit het boekje Play Along: goed voor de articulatie.
Eergisteren hadden de tong-oefeningen op de leerlingen van de Tabira Higashi-school zo`n indruk gemaakt dat er op de tekeningen die zij mij na afloop gaven meerdere malen een grote rode tong voorkwam. Ik ben erg benieuwd of de kinderen van de Minami school dezelfde elementen in hun tekeningen zullen laten zien. Het laatste stapeltje tekeningen van de Hollandse muziekschoolkinderen gaf ik aan deze school met opnieuw de vraag of ook weer omgekeerd deze Japanse leerlingen tekeningen willen maken voor hun Hollandse leeftijdsgenoten (8-9 jaar). Volgende week krijg ik ze in handen.
Ik heb me overigens verbaasd over de expressiviteit van de Higashi kindertekeningen en de details die er op voorkwamen. Ikzelf werd daarbij standaard met blauwe ogen en een kleurige sjaal (dat klopt) getekend, meestal met een kind naast me. Drie zaken die bijzonder voor ze zijn: mijn Hollandse uiterlijk, mijn ongebruikelijke kleding en mijn voor hen ongebruikelijke actie om kinderen uit de groep naar voren te halen. Ik doe dat steeds aan het eind van de les, en laat ze dan mijn fluiten uitproberen. Dat moet voor hen een ongekende ervaring zijn, omdat ze tenslotte alleen plastic blokfluiten gewend zijn.
`s Avonds ging ik met Mariska mee om een van haar thee-ceremonie lessen mee te maken. Ik was daar speciaal voor uitgenodigd, omdat de Haiku-sessie gecombineerd zal worden met het theeceremonie-festival op 22 oktober. De achterliggende betekenis van de theeceremonie en het dichten van een haiku zijn verwant: de geconcentreerde vorm van een ideaal, de beleving van de natuur, de binding met de seizoenen (de Haiku verwijst altijd naar een seizoen, de theekamer heeft een volgens strikte regels geschikt bloemstuk behorend bij het actuele seizoen), de magie van de handeling, de magie van het woord. Voor mij werd deze avond natuurlijk maar een tipje van de sluier opgelicht, maar liet toch een duidelijke indruk achter: esthetisch en formeel, dat zijn volgens mij de kernwoorden. Het dagboek van Mariska zal ongetwijfeld meer onthullen over de theeceremonie.
Half tien `s morgens de tweede Shiatsu-behandeling, ditmaal alleen door Noriko Machida. Ik ben haar eerlijk gezegd diep dankbaar voor die aandacht, want ik heb het idee dat mijn lichaam een en al kramp en knoop is door alle drukte van de laatste tijd en daar boven op nog een ongeluk met de fiets vlak voordat ik wegging. Het overladen programma hier in Hirado helpt ook niet erg mee. Het is, wat de scholen betreft, waarschijnlijk een `hoort, zegt het voort` geweest. Inmiddels hebben zich 10 scholen ingeschreven. Aan het eind van deze maand zal ik honderden Japanse kinderen hebben gezien. Er is al een plan om ze de laatste dag met z`n allen op het Hollandse Paviljoen te verzamelen en dan nog 1 keer tetterend met veel tongwerk de Rock `n Roll! Noriko heeft me in ieder geval weer in vorm gekneed voor het open lucht concertje vanavond. Bovendien had ik vandaag eindelijk de gelegenheid om wat langer zelf te studeren en in conditie te komen. Mariska bracht tijdens het optreden een verhaal over William Adams, de kapitein van het Hollandse schip `De Liefde` dat 400 jaar geleden hier in Hirado aankwam. Ze had zich verkleed als William Adams compleet met snor en baard en zag er indrukwekkend uit.
Mijn bijdrage deze avond was zeer contrastrijk: om te beginnen Van Eyck`s `Amarilli mia bella`, na Mariska`s optreden een duet met Machida (Japanse volksmuziek met CD begeleiding), vervolgens de nieuwe compositie van Roderik de Man: `Kage` (een wat gehandicapte première: ik kon de secondes niet zien verspringen, de apparatuur stond 5 meter van mij vandaan; op goed geluk (en gelukkig was ik) reageerde ik op mijn gehoor op de tape) en natuurlijk ook `Moonsbreath`, het centrale thema van mijn nieuwe produktie `Silk`. Toevalligerwijze is er hier een eiland in de buurt met dezelfde naam: `Ikitsuke`, adem van de maan. Ik hoop daar nog naar toe te kunnen gaan. Tsuji-san, de organisatrice van de groep Haiku-dichters was onder de indruk van `Kage` en verwacht dat de dichters zeker geïnspireerd zullen zijn op de 22ste oktober.
Gisterenavond is mij tijdens de theeceremonie-les gevraagd of ik ook van mijn kant een Haiku wil schrijven ter gelegenheid van het festival op die dag, in het Nederlands (gelukkig; mijn Japans is nog niet veel verder dan een week geleden).
Na afloop van het paviljoen-optreden zijn Mariska en ik samen met Machida-san in een Japans eethuisje terechtgekomen waar we opnieuw les kregen in Japans eten (vissen op verschillende manier klaar gemaakt, tofu met bijzondere groentes etc) en drinken (veel atskan, warme rijstwijn natuurlijk). Het was zonder meer puur genieten.
Teveel atskan dus: enigszins met een zwaar en waterig hoofd opgestaan, ontbeten met Mariska en hup, maar weer op stap naar de volgende workshop, d.w.z. eerst lunch met de burgemeester van Tabira en twee van zijn vrienden. Dat viel eigenlijk heel goed. Ik knapte onmiddellijk op door dat eten, ditmaal Tempura en Miso-soep, groene thee voor en na. Gesterkt naar de workshop, in dit geval kinderen en volwassenen die zich individueel hadden ingeschreven, zoals afgelopen dinsdag. Net als dinsdagavond was het toch weer voornamelijk en groupe en lukte mij het nauwelijks ze individueel aan te spreken. A.s. dinsdag ga ik dat maar eens enscéneren; ik zal dan een masterclass systeem proberen: 1 persoon als voorbeeld voor de groep.
Aan het eind van de middag werden we meegesleept naar een concert van het `Tokyo Pops Orchestra`; Popmuziek dus, dachten Mariska en ik, maar nee: het was een soort veredeld promenadeorkest met veel te goede musici die alleen maar nostalgische liedjes speelden. Een enkele keer een kort solistisch optreden, bijvoorbeeld door de concertmeester, eerste violist die met veel fantasie en ongelooflijk veel techniek de Czardas van Vittorio Monti speelde, maar verder was dit optreden volgens mij een ondankbare taak voor deze musici. Al met al zaten Machida-san, Mariska en ik alledrie te knikkebollen bij deze zoete liedjes. Machida-san werkt ook veel te hard. Hij heeft zich al een jaar uitgesloofd voor dit project en doet dat nog steeds: onophoudelijk met grote vriendelijkheid, maat zo nu en dan met grote wallen oder zijn ogen. In de `pizzeria` sloten Mariska en ik de dag af.
Voor het eerst bij Kadoya-san thuis een eerste shakuhachi-les. Het was drie kwartier een voor en nadoen en vervolgens imitatie-shakuhachi spel op de blokfluit met begeleiding van koto. Op 28 oktober zal er namelijk een concert plaatsvinden waarbij blokfluit, shakuhachi en koto deels tegenover elkaar en deels naast elkaar geprogrammeerd zullen worden. Ik zal dan samenwerken met Kadoya-san en de koto-speelster Gono Saeko. De nieuw ontworpen schuif-fluit van Adriana Breukink is zeer geschikt voor deze muziek. Kadoya-san en Gono san zijn zeer onder de indruk. De koto wordt omgestemd om met deze fluit in G samen te kunnen spelen. Zoals te verwachten was, word ik wederom uitgenodigd met hen samen te lunchen, ditmaal in een zeer chique restaurant behorende bij een hotel met vermoedelijk veel sterren. Bier en tempura, met uitzicht op de baai van Hirado; wat een troost!
Later op de middag met Machida-san de berg opgeklommen naar het plaatselijke museum waar Hollandse attributen van 400 jaar geleden te vinden zijn en een stuk geschiedenis van Hirado wordt vertoond. Daarna nam Machida-san mij en zijn zoontje Joshiyuki mee naar een `thanksgiving`-feestdiner, georganiseerd door een van zijn vrienden. Ik was er aan een gezelschap van louter mannen overgelaten, want de paar vrouwen die er waren verdwenen een voor een in de keuken. Eigenlijk had ik daar ook wel even een kijkje willen nemen, maar dat was natuurlijk niet aan de orde. Hoe dan ook, het was een bijzonder geanimeerde avond.
Om half tien werd ik weer door een afvaardiging van een school opgehaald bij de 12xHolland corner, of `bij het carillon` zegt men dan. Het kleine - speciaal voor de Holland-Japan-uitwisseling ontworpen - carillon hoor je soms in samenspraak met de Big Ben-tune van de stadhuisklok boven Hirado klinken. Vandaag ging ik naar de basisschool van Hirado. Dit keer gaf ik de demonstratie/workshop voor drie verschillende kleine groepen. Dat is toch aangenamer dan 1 grote groep van 100 kinderen of meer. Niettemin heb ik wel bedacht (zoals ik al eerder in dit dagboek vermeldde), dat het een leuk circus zou kunnen zijn als alle kinderen die ik les heb gegeven aan het eind van de maand op het carillon-plein bij elkaar komen. De organisatie vond het een goed plan. Ik ga er vanuit dat er maar een gedeelte komt. Als ik het mis heb, ontstaat er een leuk probleem. Er zal dan sprake zijn van een blokfluitoverstroming. Het gaat namelijk om ongeveer duizend kinderen (inmiddels 11 scholen)!
Om 7 uur `s avonds wederom workshop in Tabira Choumin Center, het dorpshuis van Tabira. Nu was het mogelijk iemand naar voren te halen om als voorbeeld te dienen voor de anderen. Ditmaal was dat bovendien iemand met enig niveau. Hij speelde o.a. Van Eyck. Na hem durfden ook een paar anderen alleen voor te spelen. Ik kon ze zo met wat meer succes het een en ander bijbrengen.
Hetzelfde schoolverhaal: in dit geval de Tasuke-basisschool, maar nu ook gecombineerd met een les aan de `blokfluitclub`, waarvan de deelnemers steeds na schooltijd uit eigen verkiezing muziekles hebben. Het waren slechts 5 kinderen. Wat hun niveau betreft, ik zou zeggen: voorzichtig gevorderd. Ze kunnen een piepklein beetje meer dan in de hoogste klassen gebruikelijk is. Dat kleine beetje bereiken ze door hun eigen ambitie, want ze krijgen eigenlijk geen les; er wordt met ze samengespeeld. Voor mij was het uiteraard boeiend om met zo`n klein clubje geinteresseerde kinderen te werken.
Hirado-basisschool opnieuw, nu de hoogste klassen (maar geen hoger niveau); zeer aardige meesters en juffen. Ik kreeg nogmaals een waanzinnig duur cadeau. Afgelopen dinsdag gaven ze me een handgeverfde bloemenvaas en nu kreeg ik een eveneens handgeverfd bord, bekend onder de naam `Arita`, cadeaus die honderden guldens hebben gekost. Het brengt me een beetje in verlegenheid. Ik heb het vermoeden, dat dat bedrag door de onderwijzers bijeengebracht is. De directeur bleek in ieder geval van niets te weten.
Overigens geeft bijna elke school iets cadeau; meestal zijn dat door de kinderen gemaakte werkstukjes, papieren medaillons, origami-figuren, herfststukjes met eikeltjes en geverfde besjes etc. Niet altijd zo duur, maar wel altijd zeer dierbaar.
Gelukkig `s middags weer even tijd om te studeren. `s Avonds een wat wanordelijk concert in de buitenlucht met Ensemble Wind Ago, een soort brass band die voornamelijk zeer in de maat met CD-begeleiding speelde en mij uitnodigde een paar stukken mee te toeteren. Ik deed dat met plezier, al was ik natuurlijk nauwelijks te horen. Het gaf me het prettige kinderlijke gevoel dat ik met de fanfare mee mocht lopen. Ik kreeg de eer het concert af te sluiten en ik deed dat o.a. met de Bravade van Van Eyck , Ende van Andriessen en nog een keer Moonsbreath, want het ging vanavond immers om de volle maan. Erik, de schilder/vogelaar en zijn vriendin Wilma waren nog even terug in Hirado na een Japanse vakantie. Met hen hebben we in de `pizzeria` op z`n Hollands gezellig zitten kletsen. Zij gaven Mariska en mij nuttige informatie over Nagasaki waar wij 19 en 20 oktober heen willen gaan (evenals de 16e oktober vakantiedagen waar ik zeer naar uitkijk).
Vrijdag de 13e! Voor mij een van de meest rampzalig drukke dagen hier in Hirado. En, geloof het of niet, maar op dit moment zit ik te typen en staan ze vier man sterk - achter me, een camera-man, regisseur en een paar onduidelijke hulpjes om een documentaire op te nemen voor de Nagasaki-televisie. Wonderlijk gebeuren. Ik voel me als een ster die per ongeluk aan de hemel staat, maar ergens anders thuishoort. Eigenlijk heb ik ontzettend veel zin in lekker eten. Wat een leven. Ze volgen me al bijna de hele dag. Ik hoop dat ze het in orde vinden als ik zo het eten met stokjes demonstreer en het drinken van atskan in een porseleinen kopje. Gelukkig, ze besloten mij voor het eten alleen te laten. Ik ging snel met Mariska naar de pizzeria `Owatari Choja`, de enige plek waar je zonder problemen snel en gemakkelijk kunt eten. Ik had drie kwartier om een hap rijst met kerrie te eten. Toen spoedde ik mij naar de shakuhachi-les van Kadoya-san waar ze me al weer met de camera stonden op te wachten. Eigenaardige opnames. Een van de `shots` wordt van buiten naar binnen door het raam genomen. Hoe pittoresk! Ondertussen is mijn les met Kadoya-san allesbehalve pittoresk. Kadoya-san enigszins ge-intimideerd door de situatie, ik veel te moe en ongeconcentreerd, worstelend met mijn embouchure, verkeerde lippen, een te energieke tong (die moet wegblijven bij het shakuhachi-spelen) en ondertussen de televisieploeg wegwensend. Na een uur vertrokken ze eindelijk definitief. Nog een half uurtje doorgeworsteld. Daarna repetitie met de koto-speelster Gono-san en tot slot een beloning georganiseerd door Kadoya-san: een tafelfeest met sashimi en veel atskan. Kadoya-san met vrouw en vriend Joo-san, Gono-san met zusje, Mariska en Noriko. Ik kan inmiddels enige zinnen Japans en meerdere Japanse woorden produceren. Bovendien heeft Kadoya-san een vertaal-computer in zakformaat. Kortom, het communiceren gaat al heel wat gemakkelijker dan een week geleden. Mijn Japanse gastheren en -vrouwen hebben dat ook door, dus breekt er op z`n Japans een ware storm van woordgrapjes los. Mariska en ik kunnen niet alles volgen, maar wel genoeg om net als de anderen continu de slappe lach te hebben. Een heerlijke afsluiting van deze memorabele vrijdag de 13e.
Morgen is mijn solo-concert in de kerk van Himosashi. Een mooie, ruime kerk met een goede akoestiek. Ik verheug me er op om na al die wel plezierige, maar rommelige open-lucht-concerten nu een geconcentreerde uitvoering te kunnen geven. Het contrast tussen stilte en muziek is naar mijn mening toch wel een erg belangrijke factor bij het genieten van muziek, luisterend of zelf spelend. Of sterker gezegd, het is een voorwaarde. Althans bij de muziek die ik wil overdragen. Er is nog gezocht naar een organist om mij te begeleiden bij mijn bewerkingen van Desprez en di Lasso. Er bleek namelijk een klein pijporgel in de kerk van Himosashi te staan. Dat is heel bijzonder. Er zijn maar een paar orgels in Japan die door Duitse en Hollandse orgelbouwers ter plekke zijn gebouwd. Overigens is het (aangepaste) katholicisme in Hirado nog een overblijfsel van de Portugese missie van 400 jaar geleden. Na een lange periode van vervolging werd deze godsdienst weer toegestaan. Er zijn vooral op dit eiland Hirado en het nabijgelegen Ikitsuki en Tabira veel `christenen`, zoals ze hier genoemd worden. Vandaar de aanwezigheid van een aantal kerken en katholieke scholen e.d., die door nonnen worden geleid.
Voor mij zijn die kerken natuurlijk een mooie bijkomstigheid, want het is daar voor een blokfluitist muzikaal goed toeven. Maar, er mag dan een orgel in Himosashi zijn, een organist is onvindbaar. Uiteindelijk bood een jazzpianiste (!) haar diensten aan. Gelukkig vond ze het geen probleem om twee uur met mij te oefenen, want ze vond het erg moeilijk om de partituur te lezen, gewend als ze was aan improvisatie. We hebben het maar bij Orlando di Lasso gelaten. Om twee uur volgde mijn derde les met Kadoya-san. Met veel moeite heb ik hem eindelijk kunnen duidelijk maken dat ik een absolute beginner ben. Hij kijkt zo tegen mij als blokfluitiste op, dat hij mij niet onderaan de ladder had willen laten beginnen. Ik vroeg hem hoe hij zelf ooit was begonnen, waar zijn eerste lessen over gingen. Ten slotte kwam hij met een beginnersboekje aanzetten, waarop ik verheugd riep: dat wil ik! Ik kreeg het onmiddellijk cadeau.
Kadoya-san is een goed speler, maar hij is duidelijk niet gewend om les te geven. Bovendien is hij geen professionele speler. Overdag werkt hij bij de posterijen. Hij geeft wel concerten, maar die vinden alleen in Hirado en omgeving plaats. Niettemin, ik kan veel van hem leren. Ik leer nog het meest door zijn shakuhachi-spel te imiteren op de blokfluit. Nogmaals: leve de nieuwe blokfluit met hard-en-zacht-en-hoog-en-laag-schuif van Adriana Breukink. Ik kan met deze fluit de shakuhachi-stijl zeer goed benaderen. Ook de omstanders blijven daarover oh en ah roepen.
De laatste opdracht op deze zaterdag was het miniconcertje bij het carillon, de 12xHolland-corner, net als vorige week, alleen nu met veel meer wind. Het was bijna onmogelijk om te spelen. Helaas was de camera-ploeg van de Nagasaki televisie opnieuw aanwezig en moest ik een paar kunstjes vertonen, wind of niet. Voor de sjeu had ik ditmaal voor mijn optreden de 11-jarige Joshiyuki Machida (ook hij is een van mijn leerlingen deze maand) ingehuurd om met mij `Scarborough Fair` met CD-begeleiding te spelen. Hij vond het prachtig om net als zijn fluitspelende vader op dat podium te mogen staan. Mariska had eveneens dit keer een kind naast haar staan die vol trots (met de hoed van Adams op haar hoofd) de vertaling van het verhaal van William Adams voorlas.
Wie dit dagboek op de voet volgt, weet wat er nu komt: eten en drinken! Mariska en ik werden door Machida en anderen uitgenodigd om te gaan eten in het restaurant `Seifu`, waar we al eerder `eetles` van Machida-san hadden gekregen. Tot nu toe was dit het grootste eetgezelschap dat Mariska en ik meemaakten. Erg gezellig! Met moeite hield ik mijn eetburen er vanaf om mij vol te gieten met atskan. Ik moet morgenochtend tenslotte een concert geven, met frisse adem, uitgeslapen vingers en een wakkere tong. Dus dapper geweest en op tijd naar bed gegaan.
Half elf concert in de Himosashi-kerk. Tien uur zouden we erin mogen, maar de voorafgaande kerkdienst was pas om kwart over tien afgelopen. Alles haastig opgezet, met de organiste nog een keer Orlando di Lasso doorgespeeld (de begeleiding klonk wat mysterieus), snel verkleed (gelukkig nog mooie zwarte slofjes gekocht, een concert op kousevoeten of in vreemde sloffen met de verkeerde kleur zag ik toch niet zitten) en met `Moonsbreath` begonnen verborgen in de zijbeuk van de kerk. Ik had Noriko Machida gevraagd enkele gedichten in het Japans voor te lezen om een beetje de sfeer van `SILK` weer te geven. Verder kregen ze dit keer vooral ook `serieuze` muziek te horen, de Bach partita, een Telemann-fantasie etc. en midden in het programma `Kage` van Roderik de Man. Eindelijk kon ik deze compositie naar behoren uitvoeren. De performance was ongetwijfeld indrukwekkender dan voorheen in de open lucht, want dit stuk heeft zeker het contrast van geluid en stilte nodig. Dit keer was Kusuhara-san, de organisatrice van het theeceremonie-festival, aanwezig om te beoordelen of de uitvoering van `Kage` een plaats tijdens dit festival kan krijgen, zoals de Haiku-club dat voor ogen heeft. En ja, ook zij vond het prachtig en zal een scenario bedenken voor de 22ste oktober. Lunch in een sushi-bar, waar ik weer uitgebreid foto`s van het eten heb genomen. Ik wil namelijk graag de variëteit van al die Japanse gerechten voor de herinnering vastleggen. Als ik later deze foto`s zie, zal ik nog slechts een paar namen weten, maar het water zal mij in de mond lopen, want de smaak zal ik mij herinneren!
`s Middags workshop in het schooltje naast de Himosashi-kerk. Leuke, enthousiaste kinderen, vijf stuks, vol enthousiasme en barstensvol energie. Mariska is bij de les aanwezig en tot algehele vreugde en hilariteit danst zij een Rock `n Roll, door hen op de blokfluit begeleid. Tenslotte breekt voor mij de lang verwachte anderhalve dag vakantie aan. Het werd tijd. Dat begon dan ook zonder aarzeling. Mariska en ik werden als twee hondjes uitgelaten op het strand, tien minuten van Himosashi vandaan, in gezelschap van Mika, Takako en haar tien-jarige dochtertje Aine die steeds om ons heen huppelde. Aine waagde het om met mij en Mariska pootje te baden in de zee. In de uren daarna leerde ik er in gesprek met Aine heel wat Japans bij. Op de berg Tainohana (ongeveer 400 meter hoog) kregen we een bijzondere zonsondergang te zien, waar zes Japanners met de cameras voor in de aanslag stonden, een harde, koude wind trotserend. Niet voor niets, want de zon ging als een grote oranje bal precies op het puntje van een berg in de horizon ten onder.
Met Mariska in het restaurant `Bay Leaf` gegeten. Geen stokjes, maar mes en vork. Toch Japans eten en atskan in een theeglas.
Maandag de 16e! Die datum heb ik naar uitgekeken. Het zal dan toch gebeuren: een piepkleine vakantie van een dag en met Noriko per auto naar het eiland Ikitsuki, ofwel `Moonsbreath`, `Adem van de maan`. Een prachtig eiland. We hebben geluk, want er is volop zonneschijn en een strak blauwe lucht. Het eiland rondgereden, naar het Ikitsuki-museum geweest met slechts twee specialiteiten: walvissen en christenen, de twee onderwerpen waar Ikitski beroemd om is. De walvisvangst is gelukkig gestopt, de christenen zijn er nog steeds (of weer: na de vervolgingen een paar eeuwen terug), alhoewel niet in grote getale.
Een onvoorstelbaar grote kom vissoep als lunch, Mariska en haar gevolg (gastvrouw en twee volgelingen plus Jeroen Veldhuizen) opgezocht, samen opnieuw naar de top van Tainohana en nu bij daglicht het uitzicht bewonderd (o.a. Ikitsuki in de verte). Naar huis, van plan de kaarten en brieven te schrijven waar ik nog geen moment tijd voor heb gehad, maar door Noriko opgehaald om een Japans heet bad te gaan nemen in het plaatselijke zeer chique Hirado-Hotel. Een bad in de buitenlucht met uitzicht op de met `kerst`-verlichting opgesierde haven. Ik gaf me over en heb daarna, na ook nog een traktatie op zwarte thee in combinatie met een blauwe likeur fantastisch geslapen.
School nr 8: Nakatsura basisschool. De directeur heeft zo`n kinderlijk plezier in mijn komst dat hij mij tientallen Japanse liedjes voorzingt. Demonstratie/workshop in de schoolhal (dient zoals bij andere scholen ook als sporthal). Ik verzon er ter plekke weer enige activiteiten bij, zoals met de handen drummen op de vloer (geen probleem, Japanse kinderen zijn zeer vertrouwd met de vloer waar ze altijd op zitten). Gedanst met de kleintjes, getuuteretuut met de grotere kinderen, gerock `n rollt met iedereen (o ja, de onderwijzers genieten daar ook van en vooral ook de directeur van deze school) en tot slot geluncht met een van de klassen. Toen nog even uitgenodigd om de muziekles bij te wonen (les betekent zoals hier gebruikelijk spelen en meespelen: trommels, melodica`s, blokfluiten, keyboard) en via een omweg met mooi uitzicht op de westkust van Hirado naar huis gebracht. Dagboek bijgewerkt, dag al weer voorbij, snel gegeten en op naar de derde dinsdag-workshop in Tabira Choumin Center. En masse de sonate in G van Cima ingestudeerd (met de opname van Grace & Gesture als luisteroefening): twee mensen individueel als voorbeeld en de rest als groep. Erg nuttig. De finale was een ensemble-les aan het trio met de burgemeester van Tabira. Dit ensemble wil met mij na afloop van het concert met de claveciniste, Mariko Takeda, op 25 oktober in de kerk van Tabira een gezamenlijke performance geven van vijf minuten, ter ere van muziekminnend Tabira. Dus ik had daarom uit voorzorg alvast deze les ge-ensceneerd. Ze spelen overigens best aardig, zeker als je in aanmerking neemt dat ze autodidact zijn. Vanaf een bepaald niveau is er hier namelijk geen blokfluitleraar meer te vinden. De brutaalste of meest ambitieuze heeft het dus voor het zeggen. Er was zo`n alweter aanwezig vanavond. Hij nam de les steeds van me over. Ik had het gelukkig direct in de gaten als hij zijn eigen theorieën combineerde met de vertaling van wat ik zojuist gezegd had. Ik moest hem meerdere malen corrigeren. Toen hij zich bovendien met het trio ging bemoeien, heb ik hem definitief op een stoel gezet en hem het zwijgen opgelegd. Dat nam hij zonder morren, want ik vertegenwoordig op dit moment immers de hoogste autoriteit, maar ikzelf heb een vreselijke hekel aan het bevestigen van die hierarchie. Het is niet anders. Ook op de scholen krijg ik de rol van blokfluitkoningin toebedeeld. Op de scholen waar de kinderen zich moeten verzamelen in de sporthal, wordt bijvoorbeeld standaard aan mij gevraagd of de kinderen m o g e n zitten! Alsof ik het aan zou kunnen zien dat zij daar een uur lang op hun kleine beentjes naar mij moeten staan luisteren. Gauw naar bed. Morgen de 9de school en een shakuhachi-les.
De basisschool Houki is een van die later toegevoegde scholen op mijn rooster, maar ik moet bekennen, ik vergat er onmiddellijk mijn overvolle rooster. Lieve kinderen, toegewijde onderwijzers en met name 1 juf die een prachtig zelfgemaakt boek met foto`s van de kinderen had georganiseerd. Behalve d.m.v. dit cadeau werd me in tientallen bewoordingen duidelijk gemaakt hoe dankbaar ze zijn dat ik naar hun school ben toegekomen. Dat doet goed. Toch is ook die afgelopen vrije maandag erg belangrijk geweest als adempauze. Dat merkte ik tijdens mijn shakuhachi-les bij Kadoya-san. Het ging als door een wonder plotseling zeer goed. Geen wonder dus. Ik was gewoon uitgerust en ik had voor het eerst tijd gehad enigszins te oefenen. Kadoya-san enthousiast en ik tevreden naar huis.
Het begin van de twee laatste vrije dagen. Wat een heerlijk uitzicht. `s Ochtends in alle rust uitvoerig zitten fluiten en `s middags na een lunch met de inmiddels hier gearriveerde Hollandse tak van de organisatie (Wil en Junko) met Mariska in de bus gestapt naar Sasebo om van daaruit naar Nagasaki te reizen met de trein. Een vier uur durende reis die we er graag voor over hebben om deze holiday-escape van anderhalve dag te kunnen maken. We zijn vast van plan er volop van te genieten. De regen die ons verwelkomt in Nagasaki heeft dan ook geen noemenswaardige invloed op onze vrolijke stemming. Hotel gezocht, onze bagage aldaar afgeleverd en vervolgens een Japans gril-restaurant gevonden, waar we als enige gasten alle aandacht krijgen en waar we de regen vergeten.
Goed geslapen. Regen is gestopt. Dagkaart voor de Nagasaki tramlijnen gekocht en op naar Dejima, de opnieuw opgebouwde vroegere Hollandse handelspost van 350 jaar geleden. Na Hirado was dit voor lange tijd het internationale doorgeef-luik in handen van de Hollanders. Een bijzondere historische plek. Voor mij was echter de tempelstraat die we `s middags zagen vele malen indrukwekkender. Acht tempels met prachtige tuinen liggen er op een rijtje. We hadden helaas veel te weinig tijd om daar uitvoerig in rond te dolen. Gelukkig kregen we wel de kans om een van de tempels wat meer van binnen te zien, want we hadden de gelegenheid Matsuo-san, een met Wil en Junko bevriende priester, te ontmoeten. Hij woont al zijn hele leven in de Chinese Kofuku-ji tempel. Hij vertelde ons over de veranderingen in Nagasaki, het effect van de atoombom (de tempelstraat werd net niet geraakt, maar vele tempels zijn ingestort en veel historische kostbaarheden zijn zo verloren gegaan), de hoge goedkope flats die het uitzicht op de bergen hebben weggenomen, de toegenomen verkeersdrukte en hoe de tempelstraat toch nog een van de mooiste en rustigste plekken is om te verblijven. Dat ervoeren wij ook. Het was weldadig om daar even neer te strijken en groene thee te drinken.
Matsuo-san had de inmiddels op televisie uitgezonden documentaire over mijn Hirado-verblijf op video-band gezet en gaf mij die cadeau. Terug in Hirado, genietend van het lekkere eten in het restaurant Seifu, werd die videoband in de videorecorder van Seifu gestopt en kregen we de uitzending aldaar te zien. De restauranteigenaar kon wel iets overbrengen in gebrekkig Engels van wat er in het Japans gezegd werd, maar totdat er een letterlijke vertaling komt - zal ik niet weten of de televisiecommentator het juiste verhaal vertelt.. Zo te zien was het nog een redelijk samenhangend verhaal geworden. Jammer voor dit dagboek, is de computer-scene er niet in opgenomen.
Gesterkt na twee dagen vakantie begonnen aan de laatste Hirado-periode. Het zal weliswaar wederom een vol rooster zijn, maar het betreft nu vooral ook concerten en optredens.
Eerst nog even een kleine school (Shishi) `s ochtends en vervolgens `s middags repetitie bij Kadoya-san voor het concert op de 28 ste (met shakuhachi en koto), dit keer met de definitieve koto-speelster. De vorige musicienne bleek een invalster te zijn. Twee uur lang gerepeteerd. Ik vond het erg spijtig dat ik nog zo weinig Japans versta (geen tolk aanwezig), want er waren continu hevige discussies tussen de twee anderen, eerst over de stemming van de Koto, daarna over de interpretatie van bepaalde gedeeltes van de stukken die ik met haar samenspeel, soms over 1 maat, soms zelfs over slechts 1 enkele noot. Ik begreep gelukkig genoeg om het met hen eens te worden over de interpretatie van mijn eigen partij. Ik voel me muzikaal erg `op bezoek`. Niettemin, het zal zeker een bijzonder concert worden.
Dit is ongetwijfeld een van de meest gedenkwaardige dagen van mijn verblijf in Hirado geworden. De uitvoering van `Kage`, de nieuwe compositie van Roderik de Man, tijdens de theeceremonie en de daarop volgende Haiku-sessie was een enorm succes.
Vanochtend om half 9 de definitieve opzet van het kleine podium en soundcheck voor `Kage` in de overdekte `tuin` van de theeceremonie, die in de dagen daarvoor bij de haven was opgebouwd. Het zag er al prachtig uit. Overal mooie bloemstukken en mooie dames (een enkele heer) in kimono. Mariska werd op dat moment ook `ingepakt` in kimono. Ik zag haar een paar uur later. Ze zag er met haar lange gestalte in de voor haar speciaal gemaakte kimono indrukwekkend uit. Dit theeceremonie-festival was voor haar de vuurdoop. Ze moest nu volgens de regels van de thee bedienen. Haar dagboek zal daar wel uivoerig over berichten.
Ze had die ochtend een extra opdracht, want ze moest de CD-speler tijdens `Kage` op de juiste momenten aan en uit zetten, omdat ik nog steeds niet het ingenieuze afstandsbediening-apparaatje van Roderik had kunnen installeren. Geen nood, Mariska was inmiddels ervaren Kage-assistente en was bereid mij ook in Kimono bij te staan.
Ik vond het dit keer wel een spannende aangelegenheid, want ik had geen idee hoe de Haiku-dichters op `Kage` zouden reageren, ook al was het stuk al beluisterd en goed bevonden door de dames Tsuji-san van de Haiku-groep en Kusuhara-san van de Theeceremonie. Om 1 uur ` middags zat de groep Haiku dichters klaar met daaromheen andere theedrinkende bezoekers. Voorzover ik het kon beoordelen, luisterden ze met aandacht. Wat daar echter in die hoofden omging was voor mij nog een mysterie.
Na dit korte maar hevige optreden trokken de dichters zich terug in de bovenruimte van een van onze geliefde restaurants aan de haven (`Seifu`). Ik kwam daar een uur later bij, na door verschillende theedames driemaal van sterke groene thee te zijn voorzien (eenmaal de volledige theeceremonie: zie Mariska`s dagboek voor uitleg van dit gebeuren).
Zestien (vooral oudere) dichters zaten in een kring op de grond met lage tafeltjes voor zich waarop ze hun haiku`s schreven. Ieder van hen had inmiddels vijf haiku`s geschreven, waarvan het grootste gedeelte `Kage` en mijn optreden in combinatie met de theeceremonie beschreef. Door middel van een ingewikkeld waarderingssysteem maakten ze een selectie. In ieder geval heeft iedere dichter mij een haiku meegegeven, uitgeschreven in het Japanse kanji op wit karton met een goud randje.
Maar ook de andere haiku`s kreeg ik mee (16 x 5!) Machida-san heeft zo snel als hij kon ter plekke een aantal vertalingen van de geselecteerde haiku`s gemaakt Aan de definitieve vertaling zal ik helaas pas toekomen als ik weer in Nederland ben. Zeker is dat er een paar onvergetelijke haiku`s geschreven zijn. Ik heb met open mond naar de vertalingen zitten luisteren. Er zijn veel beschrijvingen van het blokfluitgeluid zoals het daar buiten klonk. Het meest treffend vond ik de beschrijving van de manier waarop het geluid van de blokfluit `de herstwind brak`.
Zoals afgesproken had ik ter ere van hen en ter gelegenheid van de theeceremonie een haiku in het Nederlands gemaakt. Meer een curiosum, want ik ben uiteraard niet zo bedreven als zij en bovendien is de haiku in het Nederlands aan minder strenge regels gebonden dan de Japanse haiku. Het moet hoe dan ook aangeven over welk seizoen het gaat en behalve de beschrijving van een natuurfenomeen heeft het meestal een extra achterliggende betekenis. In de haiku die ik schreef verwerkte ik de `Ago`, de vliegende vissen die hier in de herfst in de haven aankomen en maakte ik een referentie naar de herstbloemen die de theeceremonie overal had neergezet. Vissen en bloemen trotseren wind en water (zee en regen):
Vliegende vissen
in springende watergolf
Bloemen in de wind
Als groot contrast werd ik daarna door Machida-san meegenomen naar de grote concert(annex sport-)hal waar een groot folkloristisch festival met optredens van groepen uit Hirado en omgeving plaatsvond. Ik zag er al mijn schoolkinderen terug. In anderhalf uur kreeg ik al hun tradities te zien; muziek en dans natuurlijk en jong en oud in veel verschillende klederdrachten. Na afloop nog even contact met de kinderen: veel enthousiast gespring, geroep (sensei! ofwel juf!, Marjolijn-san!, Roon-san! etc.), handenschudden, foto`s maken. Ik voelde me net Sinterklaas (zonder Piet).
De dag werd uiteraard afgesloten met lekker eten, dit keer bij de Machida`s thuis. Halverwege de avond ontstond er een zeer verhelderend gesprek tussen mij en Machida-san, waarbij we elkaar eindelijk volledig leken te begrijpen (en ik toch toestemde een 12e school te gaan bezoeken aan het eind van de week ondanks `overstelping`).
Een boottochtje in de regen naar Takeshima-eiland voor een schoolbezoek. Ondanks de regen vond ik het echter heerlijk om even uit te waaien aan de reling en mee te deinen op de zee van Hirado. Een 40 minuten heen en een 40 minuten terug. Zo kon ik mij voorstellen hoe de Hollanders met hun handel 400 jaar geleden de haven van Hirado in- en uitvoeren. Het schoolbezoek verliep zoals gebruikelijk. Het dreigt al teveel routine te worden. Bij terugkomst les bij Kadoya-san. Shakuhachi-spelen is in ieder geval nog lang geen routine. Veel plezier gehad. Kadoya-san`s vrouw kreeg ook de smaak te pakken en ging meezingen. Sashimi daarna en twee Kadoya`s die gespannen naar de landelijke honkbalwedstrijden keken en zelfs toen zij mij met de auto naar huis brachten aan de autoradio gekluisterd zaten. Die honkbalwedstrijden blijken een groot gedeelte van de Hirado-bevolking bezig te houden, want de honkbalgroep van de bij hun provincie behorende stad Fukuoka speelt mee.
Ik hou het voor gezien en ga vroeg naar bed.
Uitgeslapen, gestudeerd en vervolgens repetitie met de claveciniste Mariko Takeda die met haar man voor het concert morgen in de Tabira-kerk is overgekomen uit Fukuoka. Het is in het begin een beetje zoeken wat samenspelen betreft, maar na een tijdje lukt het ons aardig om eensgezind muziek te maken. De acoustiek van de kerk is uitstekend, alleen wordt er een houten platform voor het clavecimbel georganiseerd, omdat de klank van dit instrument teveel wegvalt door de vloerbedekking. Ik heb door de aangename hoogte van de kerk nergens last van.
Gezamenlijk gegeten. Vroeg naar bed.
`s Ochtends weer rustig aangedaan, tong en vingers getraind, `s middags repetitie, gaat prima, ook al hadden we eigenlijk langer moeten kunnen samenwerken om volledig zeker te zijn van een gezamenlijke performance, 10 minuten gerepeteerd met het Tabira-blokfluittrio (met burgemeester) die om een plaatsje van 5 minuten in het programma hadden verzocht (ter ere van muziekminnenend Tabira) en eindelijk het concert zelf. Ik heb er naar uitgekeken, want net als mijn solo-concert vorige week in de Himosashi-kerk is dit een van de meer serieuze en geconcentreerde concerten. Bovendien kon ik nu door de aanwezigheid van een claveciniste meer barok-repertoire laten horen. Met een publiek van ongeveer 130 mensen was de kerk vol. Het werd een succesvol optreden met wat gevaarlijke muzikale `dwalingen` door de korte voorbereidingstijd, maar zonder dat dat storend was voor de luisteraars. Ik beleefde wel een zeer angstig moment toen het blok van mijn Crijnen-fluit er ineens uitviel toen ik de fluit in de pauze wilde drogen. Door de enorme aanhoudende vochtigheid is er blijkbaar een proces op gang gekomen waardoor of het blok `moe` is geworden van het heen en weer `sponsen` en niet meer uit wilde zetten of het buitenste buxus-hout langzaam maar zeker is uitgezet. Het onderste voetje paste ook al niet meer goed: voetje te groot of middenstuk gekrompen??? Ik zal het de geleerde blokfluitbouwers moeten voorleggen, want ik heb dit nog nooit meegemaakt. De fluit en ik hebben het gered en Bach, die hekkesluiter was, is er nog goed van afgekomen. Shakuhachi-spelers klagen ook over de grote contrasten in het Japanse klimaat. Kadoya-san heeft drie shakuhachi`s met een soort visdraad omwonden omdat ze gebarsten zijn. Ik hoop maar dat mijn fluiten de overgang terug naar het Hollandse klimaat zullen verdragen.
Al met al een goed concert, veel waardering en een speciaal voor de gelegenheid georganiseerde maaltijd tot slot.
De elfde school: Hirado-highschool. Een en al grote wanorde van 240 onwillige, rebellerende pubers, die niet van plan waren ook maar een noot te spelen, alhoewel hun muziekdocente hen van muziek en blokfluiten had voorzien. Ik wilde haar helpen en probeerde meer als blokfluit-demagoge dan als blokfluit pedagoge de nukkige groep aan het fluiten te krijgen, maar ik heb dat gauw opgegeven. De enige manier om hen te bij te brengen hoe een blokfluit kan klinken was door zelf te spelen. Inderdaad, ze werden stil en luisterden zowaar met enige aandacht. Ik had te doen met de docente die later weer eens probeerde hen aan de gang te krijgen met blazen, terwijl ze in het geheel geen orde kon houden en tevergeefs stond te ploeteren met de microfoon in de hand om ze in te tomen. Wat zag ze er eenzaam uit tegenover die macht van koppige pubers. Het was een verloren zaak. Ik benijd de docenten van deze school niet. Later bleek de school zelfs bekend te staan als een wanordelijke en moeilijke school. Het fijne daarover krijg je natuurlijk (terecht) als buitenstaander niet te horen. Een gedisciplineerd Japan is hier in ieder geval niet aanwezig.
Aan het eind van die woeste middag een privé-les aan een van de leerlingen die tijdens de dinsdagavond-workshop wat meer gevorderd bleek te zijn en erg veel belangstelling had voor meer instructie. Eigenlijk had ik dit veel vaker willen doen. Er waren meer mensen geïnteresseerd geweest in persoonlijke aandacht, maar mijn overladen rooster heeft dat deze maand niet toegestaan. Bovendien kwam ik er pas in een heel laat stadium achter wie daarvoor in aanmerking kwamen. Uit zichzelf hebben ze het niet durven vragen. Als er ooit een volgende keer is, zal er bij het oproepen van leerlingen een andere tactiek moeten worden gevolgd. Individuele aandacht op dit punt is blijkbaar toch niet zo vanzelfsprekend als in Nederland.
Een laatste hevige schooldag. Zoals ik al eerder aangaf, ben ik overstag gegaan om op deze vrijdag behalve een optreden in de Shishi-school de twaalfde en laatste school (`Nakano`-basisschool) te bezoeken. Voordat ik daar over vertel, moet ik bekennen dat ik op dit ogenblik zit te schrijven met Bach in mijn oren. Op het laatste moment voor mijn vertrek uit Nederland had ik een minidisc met opnames van Bachconcerten in de bagage gestopt. De minidisc-recorder ging eigenlijk alleen mee om de concerten op te nemen. Plotseling had ik echter de ingeving dat er misschien een moment zou komen dat ik er behoefte aan zou hebben om even `thuis` te zijn en aangezien Bach als het ware bij mij inwoont nam ik dit bescheiden deel van zijn muziek mee.
Veel meer dan ik dacht heb ik deze muziek nodig om te overleven. Hier ligt wat mij betreft een voelbaar cultuurverschil. Bachs muziek betekent voor mij niet alleen de solide rust en veiligheid van een muzikaal thuis, het `verwoord` ook mijn meest persoonlijke gevoelens, een eeuwenoude expressie van menselijke gevoelens die ik ken. Ik heb het idee dat de Japanners die Bach hebben leren kennen en hem waarderen, zijn muziek, zoals ook andere Europese klassieke muziek, vanuit een heel ander perspectief beluisteren. Misschien is het vergelijkbaar met mijn waardering voor de Japanse muziektraditie, waarvan ik denk veel te begrijpen, al luisterend en vooral ook deze maand al spelend, maar wezenlijk blijf ik aan de buitenkant. Het is een mooi schilderij, een indrukwekkend toneelstuk, een gevoelige melodie, een prachtige vorm, maar ik ben het niet zelf. Het wederzijds schrijven van haiku`s is een internationaal gebaar tussen mij en de Hirado-dichters. Toch is er een verschil in die gebarentaal, vergelijkbaar met het moment waarop ik hen volgens Hollandse gewoonte de hand reik, terwijl zij een Japanse buiging maken.
Ik ben versmolten met de Europese klassieke muziek en als ik zo moe ben als op dit moment is het Bach die me redt, bovendien, mensen, wat heb ik dan ineens heimwee.
Dat geldt niet voor iedere Nederlander, is gebleken. Jeroen Velthuizen (een van onze tolken), die hier al een jaar woont, bevestigde vandaag wederom dat hij in Japan wil blijven. Het Japanse leven past hem goed.
Ik vrees, dat ik nog te veel geworteld ben in het `avondland`, die mooie benaming voor het oude Europa.
Het was dus, zoals gezegd, een vermoeiende dag, maar zeker de moeite waard. Vanochtend was er in de Shishi-school behalve een kort optreden van mij en van de kinderen die ik vorige week workshop had gegeven een zestal andere optredens, iedere klas een eigen presentatie. Een van de thema`s was natuurlijk 400 jaar Japan-Nederland. Geweldig, wat een voorbereiding en wat een divers en kleurig geheel! Tot mijn grote verbazing hadden ze bovendien de twee stukjes die ik met hen had ingestudeerd nog voorzien van dans en slagwerk. In een week tijd stond daar een zeer getraind muzikaal gezelschap.
Mariska, die in een eerder stadium hier haar William Adams-verhaal had gedaan, was eveneens uitgenodigd om samen met haar inmiddels gearriveerde vriend Anko de show bij te wonen. Jeroen Velthuizen kwam daar als vierde Hollander bij om te tolken. Een batterij Hollanders dus, die dan ook met veel ceremonie werden onthaald.
Dezelfde `batterij` vertrok `s middags naar de Nakano-school (met een paar toevoegingen vanuit omliggende kleinere schooltjes) waar ik mijn laatste blokfluitshow zou geven, nu bijgestaan door een Hollandse fanclub. Het was lest best, een ongelooflijk enthousiaste bende kinderen en daarmee heb ik dan ook voorlopig mijn laatste show-adem uitgeblazen. De enige vuurpijl die nog afgeschoten moet worden is het zondagmiddag-spektakel waar alle scholen voor zijn uitgenodigd: een laatste keer `en masse` Rock `n Roll, Menuet en Scarborough Fair.
Er is veel gebeurd in de laatste dagen van deze spectaculaire Japanse maand. Ik schrijf dit laatste stukje dagboek in het vliegtuig richting Wenen van waar ik de laatste vlucht naar Amsterdam zal maken. De herinneringen verdringen zich om als eerste gehoord te worden.
Toch maar eerst even beginnen met een korte belevenis die ik vergeten was te melden. Op dinsdagmiddag (de dag van de repetities voor het Tabira concert) werd ik door Machida-san uit mijn huis geplukt om naar een processie te komen kijken waar verschillende delen van de Hirado-bevolking aan mee deden (zoals ook zijn zoontje Yoshiyuki). Het is een jaarlijkse processie georganiseerd door de plaatselijke Shinto-tempel. De twee goden Otomia en Shitiromia worden ieder in een eigen heilig huisje eenmaal per jaar op de schouders genomen en naar buiten gedragen om hen het stadje Hirado te laten zien. Niet alleen lopen er monniken mee, maar ook Hirado bewoners in verschillende klederdrachten, b.v. verkleed als Samurai of gewoon in speciaal voor de processie gemaakte feestkleren met rode vlaggen. Kinderen in witte kimonos lopen met een soort dienbladen waar de toeschouwers muntjes op leggen (elk muntje kunstig verpakt in een wit papiertje). Ook worden er kisten als grote spaarpotten meegedragen voor hetzelfde doel: geldcollecte voor de tempel. Het bijzondere van deze processie is dat alle gezindten er in meelopen, niet alleen de Shinto aanhangers (die zijn er verhoudingsgewijs maar weinig), maar ook aanhangers van het zen-boeddhisme (in Hirado de meeste) en christenen of wie maar wil, jong en oud. De processie is eigenlijk verheven tot jaarlijks dorpsfeest. Het deed me erg aan de verkleed-optochten op de koninginnedagen van mijn jeugd denken. In dit geval niet begeleid door de fanfare, maar door taiko-drums en schelle dwarsfluitjes (waarschijnlijk het volksfluitje shinobue of de shinto-fluit kagura-bue). Ik dacht zoals zo vaak deze maand: "mensen zijn toch overal hetzelfde". Maar daar dacht ik afgelopen vrijdagavond in mijn dagboek dus anders over. Blijkbaar kan ik mij verwant voelen aan het menselijk gebeuren in Hirado en tegelijkertijd heel zeker weten dat ik geen Japanner en overduidelijk een Nederlander ben.
Welaan, ik kreeg zaterdag 28 oktober nog eenmaal de kans om toch een brug tussen twee culturen te slaan. Ik speelde met de Kage-fluit (zo heet inmiddels Adriana's schuif-blokfluit) de rol van shakuhachi in een duet met koto, een eigentijdse bewerking van een traditioneel Japans stuk "Hare no ume" en een traditionele melodie "Kuroda Bushi", eveneens begeleid door koto. Het was een bijzondere ervaring. Ik had er tijdens de repetities al van genoten. Bovendien paste het qua repertoire voor mijn gevoel heel goed naast Roderik's stuk Kage. Wat de Japanse luisteraars op dit concert nu werkelijk gehoord en gevoeld hebben weet ik niet. Ze vonden het geweldig; dat zonder meer. Maar waarom? Omdat ik naar hun mening zo goed de shakuhachi imiteer? Waarschijnlijk toch niet alleen, want vele zijn ook gebiologeerd door Kage en dan gebeurt er veel meer dan shakuhachi-geluiden, alhoewel die daar zeker een belangrijke rol in spelen. Ook onderdeel van dit concert was een optreden van Kadoya-san met mij samen. Een wonderlijke bewerking van Jesu meine freude van Bach, in dit geval voor shakuhachi en tenorblokfluit en dan, volkomen upside-down een Amerikaans populair liedje waarvan ik op shakuhachi (!) de baspartij speelde (gelukkig slechts gebruikmakend van vijf tonen) en daarmee Kadoya-san begeleidde. Een succesvol spektakel, maar wat mij betreft een curieuze aangelegenheid. Ik was dan ook blij dat Kadoya-san op mijn verzoek Shika no tone speelde (een traditioneel solo stuk voor shakuhachi). Na dit muzikale gesprek tussen mijn Europese afkomst en een stuk Japanse traditie weet ik nog niet waar ik ben uitgekomen. Als speler pak ik van alles aan en ik kan van veel verschillende stijlen genieten, maar als luisteraar stel ik heel andere eisen en dat geldt dus ook voor mijn publiek. Kage is ongetwijfeld het meest geslaagde project van deze maand geweest. Dat is misschien ook logisch, want het weerspiegelt de wereldwijde culturele cross-over van deze tijd. Leve Roderik de Man. Kage met de betekenis van schaduw en vooral de meer uitgesproken betekenis van reflectie, is dus precies de juiste titel voor deze compositie die hier in weer en wind, binnen en buiten heeft geklonken.
En nu het kleurrijke slot met één kernwoord: veel ofwel op zn Japans taksan. Allereerst taksan, taksan kotoba, vele, vele woorden van dankbaarheid en veel cadeautjes over en weer, waarbij de cadeaus van Japanse zijde vele malen overvloediger en kostbaarder waren dan van mijn kant. Machida-san kwam vrijdag al met een shakuhachi of eigenlijk een shakuroku (6 i.p.v 8 shaku) aanzetten, toen hij hoorde dat ik in Nederland geen shakuhachi had om op te oefenen. Een wat kleinere fluit dan ik gewend was en in dit geval van hout en niet van bamboe, maar een uitstekend instrument om mijn eerste "danspassen" op uit te proberen. Machida-san had het instrument al jaren in huis en hij deed er, volgens hem, niets meer mee. Niettemin een dierbaar cadeau, naast nog andere geschenken van hem en ook zijn vrouw Noriko. Die stroom hield niet op.
In grote verlegenheid kwam ik de volgende dag toen Kadoya-san mij de shakuhachi die ik deze maand had mogen lenen, cadeau gaf. Dat was een enorm gebaar, want niet alleen is dit instrument zo kostbaar als een handgebouwde blokfluit, ik weet inmiddels ook dat Kadoya-san erg gehecht is aan zijn fluiten en die niet zomaar loslaat. Daar stond ik dan schutterend en wel met mijn mond vol tanden. Wat moest ik doen behalve zeggen hyaku, hyaku arigatou gozaimasu, honderd-, honderdmaal dank. Het is in zon geval een kunst om gewoon maar aan te nemen. Ik ben Kadoya-san zeer dankbaar. Het vergoedt bovendien het feit dat ik de eerste weken door de overmatige drukte nauwelijks in de gelegenheid was om me met de shakuhachi bezig te houden. Ik kan nu doorgaan met het bespelen van dit instrument en ik kan me verder verdiepen in de muziek van Kadoya-sans traditie. Nog ietwat duizelig van dit cadeau kwam ik die zaterdagavond met Kadoya-san aan bij mijn farewell-party, waar alle mensen aanwezig waren die deze maand in Hirado belangrijk voor mij zijn geweest, waarbij Kadoya-san en de Machidas, mijn gastheer en -vrouw natuurlijk de centrale figuren waren. Ik kon nu in ieder geval een bescheiden revanche nemen door cadeautjes en speeches uit te delen. Een gedenkwaardige avond.
Nog snel met de Machidas naar de nabijgelegen grotere stad Sasebo gegaan om souvenirs voor Holland in te kopen en s'middags het allerlaatste spektakel: Op het carillon-plein in de open lucht prijsuitreiking van de kindertekeningen die gemaakt waren in het kader van Mariskas prentenboek project en nog eenmaal met gelukkig niet al te veel blokfluitertjes (een 50 tal) Menuet, Scarborough Fair en Rockn Roll met een rockn-rollende Mariska en Jeroen en swingende onderwijzers. Weer veel kleine cadeautjes van kinderen en hun onderwijzers. Afscheid genomen van de Tsuji-sans, Miyako Tsuji en haar man, de zen-boeddhistische priester die zijn Haikus ondertekent met Zeshin (de naam van zijn tempel). Ik kreeg prachtig papier van Miyako Tsuji voor het schrijven van Haikus en een door Zeshin geschreven haiku ter gelegenheid van mijn afscheid. Ik voelde me zeer vereerd met deze haiku, geschreven door zon ervaren en wijze meester. We hadden gezamenlijk, met Machida-san als vertaler, een uitermate boeiend gesprek over de culturele uitwisseling tussen Japan en Nederland en onder andere ook over de manier waarop mensen de seizoenen beleven met culturele en persoonlijke verschillen. Het dagboek zou een te lange staart krijgen als ik hier over dat gesprek zou uitweiden. Hoe dan ook, het was op de valreep een indrukwekkende ontmoeting.
s Avonds even op de farewell-party van Mariska geweest, afscheid genomen van Kusuhara-san van de theeceremonie en Jeroen Veldhuizen en tenslotte tot diep in de nacht pakken en vooral sorteren.
Vanochtend zond ik 25 kilo te veel bagage per post. Vijf pakketten met handgeverfde porseleinen vazen, handgemaakt bord, kimono met bijbehorende obi etcetera en muziekboeken die plaats moesten maken voor de 150 kindertekeningen die direct in de koffer mee naar Holland zouden gaan. Afscheid volgens plan aan de haven, vervolgens in het vissersbootje naar de overkant (Tabira) met veel ceremonie en vlagvertoon. Anko en Mariska met de auto afgezet in Sasebo (zij gaan nog twee weken op vakantie) en met chauffeur van de organisatie en de Machidas naar Fukuoka. In de twee en een half uur dat we in de auto zaten, vertaalde Machida-san last-minute alle haikus die ik had meegekregen in het Engels. Daar waren we nog niet aan toegekomen.
In het Fukuoka-hotel afgeleverd, afscheid genomen, krachtig gezegd " watashi wa rainen kaerimas", volgend jaar keer ik terug, waar ik natuurlijk aan moest toevoegen "tabun, tabun", misschien, misschien. Alle partijen hopen het. Even een laatste culturele schermutseling: noch Mayuda of Noriko Machida, noch ik weet hoe we ons bij dit gevoelige afscheid moeten gedragen. Het loopt een beetje onhandig af, maar we weten natuurlijk alle drie waar het om gaat.
Het allerlaatste uitje in Fukuoka: eten met Mariko Takeda (die in Fukuoka woont) en een vriend van haar.
Hier stopt mijn dagboek. Soms te veel geschreven, soms te weinig. Het zij zo. Hirado, tot ziens, mata aimasho !
|