2010 - editie 2010 2009 - editie 2009 2008 - editie 2008 2007 - editie 2007 2006 - editie 2006 2005 - editie 2005 2004 - editie 2004 2003 - editie 2003 2002 - editie 2002 2001 - editie 2001 2000 - editie 2000 |
![]() lees het algemene dagverslag: lees het persoonlijke dagverslag van: Dagboek: door David van Ooijen (luit) dinsdag 1 augustus 2000 Samen met Junko, mijn vrouw, ben ik twee weken in Osaka geweest voor ik in Hirado aankom. Mijn eerste indruk als ik aankom met de boot en de mensen ontmoet die ons welkom heten is er dan ook van contrast tussen grote stad en platteland. In Osaka was alles groot, veel, snel en onpersoonlijk. In Hirado gaat alles in een rustiger tempo en voelen we ons vanaf het allereerste begin thuis. Het voelt alsof we mijn host, Uchino san, en de grote organisator voor 12xHolland, Machida-san, al jaren kennen. Direct de eerste avond al, terwijl een aantal andere mensen ons huis stofzuigen, de ijskast vullen en voor lakens zorgen, wordt mijn schema voor de hele maand grondig doorgenomen. Het is duidelijk: er zal gewerkt worden. woensdag 2 augustus 2000 s Ochtends ontmoeten we de burgemeester van Hirado op het stadhuis. Hij heet ons welkom en geeft ons een kado. Direct daarna is er de eerste grote vergadering over ieders schema: een kakofonie van onbegrijpbaar Japans en Nederlands over allerhande projecten die nog lang niet duidelijk zijn. Dat zal in de loop van de maand wel veranderen. donderdag 3 augustus 2000 De dag begint met een repetitie met Merel, we hebben elkaar alweer een hele tijd niet meer gezien tenslotte. s Middags hebben we een repetitie met Machida-san, hij zal fluit spelen in onze concerten. Ook ontmoet ik Kei voor het eerst: een trompettist die met mij een stuk zal instuderen. We repeteren meteen. Omdat de moeder van Machida-san thuis is, heb ik vandaag ook mijn eerste shamisen les. Dat is een hele openbaring: het instrument is zo anders dan een luit. Je moet niet met je vingers spelen, maar met een groot plectrum. Dat valt niet mee, al snel heb ik blaren van het vasthouden. Maar sensei (de lerares) is tevreden en ik krijg de shamisen en een heleboel muziek mee naar huis om te studeren. Ik ben pas na 23:00 thuis. vrijdag 4 augustus 2000 Vandaag was het eerste grote concert van Merel en mij. Het was in Tabira, aan de andere kant van de brug, in een kerk met rood tapijt op de vloer. Het is het eerste concert dat ik doe waar spelers en publiek geen schoenen dragen. Het is vreselijk heet, en ik zweet me een ongeluk. Als we het eerste Japanse liedje in het programma inzetten gaat er een zucht van herkenning door de zaal. Bij een Japans slaapliedje dat ik alleen speel neuriet de zaal zelfs mee. Na afloop van het concert zingt een plaatselijk koor, kinderkoor en de zaal nog drie liedjes voor en met ons. Dan is er feest: eten, drinken en toespraken. De warmte die we van de mensen ontmoeten is onbeschrijflijk. Werkelijk iedereen is behandelt ons als goede vrienden. zaterdag 5 augustus 2000 s Morgens ontmoet ik de taishou-koto groep van mijn host. Taishou-koto is eentafel citer met een mechaniek voor de linkerhand en daarom niet zo moeilijk te bespelen. Het is in het begin van de 20ste eeuw uit Europa naar Japan gekomen, en nu erg populair. Zij spelen voor mij, ik speel taishou-koto met hen, ik laat mijn luit zien en we spelen samen. Dan is het tijd voor thee, koekjes en heel veel vragen over Nederland, mijn leven, enz. enz. s Middags heb ik een kort optreden voor de radio. Er is ook een interview bij wat ik in gebroken Japans en met de hulp van Machida-san volbreng. Er komt vooral in naar voren dat ik van sashimi hou. De rest van de middag is vrij, Junko en ik bekijken de tempel en het graf van William Adams. s Avonds genieten we van het festival in het dorp. Op weg naar huis moeten we nog even bij sensei naar binnen: ze heeft nog meer shamisen muziek voor me. zondag 6 augustus 2000 Om 11:00 uur vertrekt Junko, ze gaat terug naar Nederland, vanaf nu moet ik het zonder tolk doen. Ik ga naar Emekes opening van haar Dutch Wall schildering. Verder heb ik een rustige dag: ik studeer wat shamisen en slenter door het dorp. Overal wordt ik herkent een aangesproken. Iedereen is aardig. s Avonds is er weer festival en vuurwerk. maandag 7 augustus 2000 De dag begint met shamisen les, dan is er shamisen en koto les, even lunchen en dan nog meer koto en shamisen les. Repetitie met Merel, gevolgd door repeteren met shamisen en een heleboel kotos. De blaren van het plectrum zijn s avonds flink gegroeid. dinsdag 8 augustus 2000 s Morgens heb ik een concertje met de taishou-kotos in een bejaardentehuis even buiten het dorp. De mensen zijn erg enthousiast en willen veel over de luit en luitmuziek horen. Junko heeft voor mij teksten in het Japans geschreven die ik voorlees. Ik doe het niet foutloos, maar de mensen begrijpen het. s Avonds heb ik concert met Merel in Ikitsuki, het volgende eiland. Het concert is ditmaal in een grote theaterzaal. Gelukkig heb ik mijn concertschoenen meegenomen. Het is minder heet dan het eerste concert, maar voor mij nog steeds lang niet koel genoeg. Na het concert wordt ik meegenomen door Terada-san voor een maaltijd in zijn huis en blijf ik een nachtje bij hem slapen. Hij en zijn broer, allebei met vrouw en kind, en hun beider moeder, delen een groot huis in het vissersdorp Ikitsuki. Ze hebben een feestmaal voor me bereid en vragen weer honderduit over het leven in Nederland. woensdag 9 augustus 2000 Voor zevenen staan we op om naar het werk van Terada-san te gaan. Hij is visverkoper in een winkeltje aan de haven. Hij heeft veel vis in een aquarium, andere vis wordt vers van de vissers gehaald. Mijn host haalt me om 9:30 op om naar Saza te gaan. Saza is een dorp op ongeveer een uur rijden. We ontmoeten er de volgende taishou-koto groep. Ik geef een klein concertje voor ze en we lunchen samen. Ook hier wordt ik weer vol liefde ontvangen. s Avonds is er een eindeloze vergadering over ons schema en daarna werk ik nog een uur met Kei, de trompettist. donderdag 10 augustus 2000 Vandaag heb ik een concertje met de taishou-kotos en Merel in een bejaardentehuis in Hirado. De mensen zijn weer ongelooflijk aardig voor ons, maar de luit wordt overstemd door de afwasgeluiden uit de keuken naast de ruimte waar het concert wordt gegeven. We zijn net op tijd in de haven om Bas uit te zwaaien. s Avonds heb ik eerst een repetitie met het blaasensemble en daarna speel ik nog even mee met het koor waar Merel mee werkt. De dag is nog niet voorbij, want uit Tabira is een luitenthousiastelling gekomen die nog een lesje wil. Zijn vrouw zingt lute songs, vooral Dowland, dus dat doen we ook nog voor het slapen gaan. vrijdag 11 augustus 2000 In de morgen ga ik mee met Merels repetitie voor de musical. De repetitie is in een school een eindje buiten Hirado. Ook hier worden we weer als goede vrienden ontvangen. In de middag heb ik een interview met high school studenten uit Hirado op het stadhuis. Ze zijn erg verlegen dus ik doe het meeste praten. s Avonds is er een gitaar workshop. De oudste deelnemer is 74, hij heeft zichzelf gitaar leren spelen en speelt prachtige oude Japanse volksliedjes. Ik probeer wat van hem te leren op de Ramirez gitaar die ze mij zolang te leen hebben gegeven (ik vroeg om een oude gitaar, maar voor minder kon het kennelijk niet). zaterdag 12 augustus 2000 Mijn dag begint met een repetitie met gitaar en koto, ik speel gitaar. Het duurt lang voor we de stemming van de koto hebben uitgevogeld. Koto muziek wordt genoteerd in een grepenschrift, en de absolute toonhoogte staat er niet altijd bij. Daarna komt een echtpaar uit Tabira op bezoek voor luit les en luitlied les. Hij heeft al vier jaar een luit, maar nog nooit les gehad. Hij speelt heel muzikaal. Zijn vrouw zingt luitliederen met mij. 's Middags gaan we door, ze weten van geen ophouden. 's Avonds is het tijd voor iets heel anders. Er is een feestje bij Uchino-san, mijn host. Hij woont in een mooi, oud huis wat vol staat met familie stukken van lang geleden: een samoerai pak van 200 of 300 jaar oud, een foto van zijn samoerai overgrootvader, schilderingen van vele generaties terug en een tuin waar ook vele generaties werk in zit. Eerst is er thee-ceremonie: we zitten in een kring, de thee wordt door de thee-lerares gemaakt en een voor een krijgen we een kop. Daarna komen de tafels in de kamer, en schaal voor schaal met eten komt er op te staan. Heel veel sashimi (rauwe vis), sushi en tempura. We drinken er bier en sake bij. Hiervoor kwam ik toch naar Japan? Halverwege de avond worden er instrumenten tevoorschijn gehaald: shashin uit Okinawa, een stuk kleiner dan het instrument waar ik les op heb, en kleine koto's. Er wordt muziek gemaakt, meer gegeten en gedronken en ik lig pas laat in mijn bed. zondag 13 augustus 2000 Repetities in de ochtend, en uit eten in de avond. Alweer geen slechte dag. Het is o-bon, de zielen van de overledenen komen terug voor een paar dagen, en het gewone leven ligt een beetje stil. 's Avonds ga ik eten bij mijn nieuwe vrienden uit Tabira. Ze wonen in een boerderij waar zijn familie al meer dan 500 jaar woont. Het huis zelf is bijna honderd jaar oud, en heeft oude en nieuwe gedeelten: elke generatie bouwt er weer een stukje verder aan. Het eten is speciaal voor o-bon: geen vlees of vis, en een bijzondere soep met veel gember en pompoen. Speciaal voor o-bon zijn twee tantes overgekomen, een van hen doet een thee ceremonie voor ons. Ik heb mijn luit meegenomen en speel voor het familie altaar. maandag 14 augustus 2000 Vandaag zwaaien we Wil en Junko uit, ze gaan weer terug naar Nederland. 's Avonds is er weer een repetitie, nu met de trompettist. Hij is goed en erg leergierig. Jammer dat er geen trompetleraar voor hem is in de buurt. dinsdag 15 augustus 2000 De laatste dag van o-bon. Ik ga weer eten bij mijn vrienden in Tabira. We bezoeken zijn familiegraf wat naast het huis ligt. Graven van 500 jaar oud naast dat van zijn vader. Het is een boerenfamilie, en hoewel de man nu in het gemeentehuis werkt, is hij in het weekend nog steeds boer. Veel van de groenten in het avondeten zijn van zijn land. Na het eten gaan we naar Emukae, waar we in de tempel de voorouders een goede reis terug naar de hemel wensen. Ook gaan we kijken naar de lantaarns die op de rivier drijven. Ook de lantaarns symboliseren de voorouders die terug naar de hemel gaan. Overal hangen lantaarns en is vuurwerk, het is heel feestelijk. woensdag 16 augustus 2000 's Morgens shamisen les, dus sta ik extra vroeg op om te oefenen. Het stuk wat ik de vorige keer mee heb gekregen is erg moeilijk, en het blijkt dat mijn partij niet helemaal klopt. Ik krijg een cassette bandje mee met de partij van de koto die meespeelt, 'music minus one', zodat ik mijn partij kan corrigeren. 's Middags ga ik met Merel naar Hooki voor een concert in de kerk. De kerk is honderd jaar oud, en van hout. Hij klinkt goed, maar het regent zo dat ik vooral worstel met de stemming: warm en vochtig is niet goed voor mijn luit. Er is een televisieploeg die alles opneemt voor een programma over 12xholland later in het jaar. Na afloop van het concert krijgen we Japanse kleding, die we meteen aandoen. Het televisie interview even later is dus in 'klederdracht'. Na het concert gaan we naar een grote sporthal waar een feest aan de gang is. Er zijn vooral veel kinderen. We zingen en spelen een stukje voor hen, beantwoorden vragen over Nederland en krijgen (alweer) te eten. Overal worden we met zoveel warmte ontvangen, het is echt ongelooflijk. Ook vanavond lig ik weer laat in bed. donderdag 17 augustus 2000 Vandaag was vooral shamisen les met sensei en een heleboel andere koto's die er ook waren. De les houdt op als mijn knieën het niet meer uithouden: lang in kleermakerszit op de vloer, daar ben ik niet voor gemaakt. Maar het was een goede les, we spelen door een heleboel ensemblemuziek. Zo leer ik veel. Alles is tenslotte nog nieuw voor me. 's Avonds heb ik eerst een repetitie met Agokaze voor de musical, ik moet dirigeren, in een heel erg heet lokaal. Ze beginnen al een beetje aan een dirigent te wennen. Ik nog niet aan de hitte. En dan is het tijd voor een volgend hoogtepunt van mijn verblijf in Hirado. Machida-san neemt mij met zijn twee dochters mee naar een sashimi restaurant van zijn vriend. Er staat een groot aquarium waar de vis uit wordt gehaald, razendsnel wordt hij daarna gesneden en binnen twee minuten ligt hij op je bord. Ah, hoeveel dichter bij de hemel kun je komen? Ik slaap die avond als een engel. vrijdag 18 augustus 2000 In de ochtend heb ik even tijd om de e-mail op het stadhuis te proberen. Het voelt alsof ik er werk: ik zit achter mijn eigen computer, andere mensen komen even buurten en bieden me groene thee of koffie aan. Dan is het tijd voor het TV-interview in de haven. In de brandende zon beantwoord ik vragen over cultuurschok, verwachtingen en ervaringen. Kaori van het stadhuis vertaalt voor me. Na het interview heb ik even tijd om naar de grafsteen van William Adams te lopen. Voor mij is dat een emotionele plaats. Hij was een van de spilfiguren in de vroege geschiedenis tussen Nederland en Japan. Ver van vrouw en kinderen in Engeland is hij hier in Hirado gestorven. Persoonlijke tragedie in de grote wereldgeschiedenis. Ik voel, dat ik ook een beetje dankzij hem hier in Hirado ben. 's Avonds is het weer gitaarworkshop. Tot mijn stomme verbazing staat Machiko ineens voor mijn neus! Machiko is een vriendin uit Tokyo, die ik ontmoet heb op de zomercursussen, die ik elk jaar in België geef. Ze blijft tot zondagmorgen, dan moet ze weer terug. Als de workshop, waar de TV-ploeg ook weer komt filmen, voorbij is drinken we allemaal wat op het terras aan de haven. Dan gaan Machiko en ik nog eten, sashimi natuurlijk. zaterdag 19 augustus 2000 De dag begint met een repetitie met de taishou koto groep. Ze hebben een kado voor me: een theeceremonieset. Prachtig! De mevrouw die de theeceremonie op het feestje bij Uchino-san heeft gedaan heeft het uitgezocht. 's Middags komt Momoeda-san met vrouw en kinderen langs voor een luitles en een luitliedles. Machiko is er ook bij. Daarna ga ik met Machida-san, sensei en Machiko naar het grote slagwerkconcert, waar Glenn ook zal spelen. We worden allemaal drijfnat van een wolkbreuk. Maar het is de moeite waard, vooral de Japanse taiko groep met shamisen en shakuhachi aan het eind van het concert is erg indrukwekkend. Na het concert, nog steeds nat, wordt ik verwacht voor een repetitie met sensei, nog twee koto's en drie shakuhachi's. Om zo ondergedompeld te worden in Japanse muziek is een onvergetelijke ervaring. Ik leer door met open oren en ogen zoveel mogelijk mee te spelen. Ik voel me als een klein kind dat een taal leert, alles om me heen is nieuw en onbegrijpelijk, maar langzaamaan komt er structuur in. Het is een prachtige afsluiting van alweer een volle dag. zondag 20 augustus 2000 's Morgens concert met Merel in de kerk van Himosashi. De vriendin uit Tokyo is mee, de vrienden uit Tabira zitten in de zaal en er is een luitist uit Nagasaki komen luisteren. Ik speel daarom maar een paar stukjes extra. Achteraf bezien hadden we wat meer religieuze muziek kunnen zingen en spelen. De pater die ons toespreekt bij de thee na het concert had dat vast gewaardeerd. Op de terugweg zetten we een vriendin af bij haar huis aan de kust. Ze geeft ons een grote doos zelfgemaakte tofu en viscake mee. Hmmm, lekker. Met mijn host, Keiko-san en de vriendin uit Tokyo ga ik uit eten. Dan met luit en shamisen naar sensei. Machida-san wist ook niet precies wat en hoe, maar ik moest met beide instrumenten komen. Het blijkt een kort concert in een hotel. Het is het jaarlijkse feestje van alle afgestudeerden van de Hirado high school. De burgermeesters van zowel Hirado als Tabira zijn er, en nog veel meer nette pakken. In mijn T-shirtje ga ik eerst op de foto met ze, daarna spelen we Fuji op shamisen koto en shakuhachi, en speel ik Greensleeves op luit. Ik blijf nog een kwartiertje om mee te eten en te drinken (sashimi en sake: we blijven elkaar maar glaasjes inschenken). Op naar de repetitie voor The Magic Pearl. Het is de eerste tutti repetitie en we houden ons nog erg bezig met opstelling, balans en doorstroming. Het is niet voor elk orkestlid even makkelijk om op tijd zijn blaadjes om te slaan. Ik heb nog moeite met de tempowisselingen tussen de stukjes. De repetitie met de trompettist gaat niet door, dus heb ik wat tijd om het concert van morgen voor te bereiden. maandag 21 augustus 2000 De eerste afspraak vandaag is een concert met Merel op de lagere school. Ik begin alleen, in een kring met 600 ongelooflijk brave kinderen. In mijn gebroken Japans kan ik met ze praten, vragen stellen en beantwoorden en wat vertellen over mijn luit en over de muziek die ik speel. Het is een succes. Dan komt Merel erbij, ze zingt drie stukjes voor de kinderen en ze laat ze samen zingen. Het concert is wat korter dan ze in eerste instantie van ons gevraagd hadden, maar ik geloof dat iedereen er tevreden over is. Ik heb even tijd om mijn flmpjes weg te brengen naar de fotograaf. Het meisje aan de balie hoeft mijn naam niet te hebben, ze haalt een krant met mijn foto tevoorschijn en schrijft het onderschrift over op mijn bonnetje. Dan is het tijd voor waku waku. Dat is een vakantieproject voor kinderen van de lagere school, vol workshops, kamperen en andere spannende dingen. Glenn en ik gaan allebei workshops geven, en vandaag worden we voorgesteld aan de kinderen. Na het officiele gedeelte in het cultureel centrum rijden we naar een mooie plaats in de bergen voor meer toespraken, een klein concertje door Machida-san en een feestelijk concertje door Glenn. Ik speel zowaar wat mee op conga. Dan is er eten, geen sashimi vandaag! Snel naar huis voor repetitie met de koto's. Als ik aankom bij sensei is er een koto-speelster uit Tokyo. Zij zal meespelen op de concerten in Hirado en Nagasaki. Merel is er ook, ze weigert het moeilijke klassieke Japanse stuk Hagoromo te zingen, maar gaat wel twee andere Japanse liedjes met de koto-speelster doen. Die koto-speelster begeleidt haar op onnavolgbare wijze: ze spreidt een bedje onder Merel waarin alles mooi komt te klinken. De jaren ervaring die hierin doorklinken heb ik nog lang niet verzameld. Als we aan mijn shamisen stukken toekomen besluiten we zowel Fuji, het virtuoze stuk met z'n allen, als Rokudan, het serieuze, klassieke stuk voor trio, uit te voeren op de concerten. Het betekent dat ik nog veel moet studeren. Ik krijg de grote shamisen van sensei mee naar huis. Daar ben ik blij mee, want op de kleine die ik nu thuis heb voelt het allemaal wat anders. dinsdag 22 augustus 2000 De dag begint met een repetitie bij sensei. Samen met de koto-speelster uit Tokyo speel ik een stuk voor koto en gitaar met haar. Dan heeft sensei een verrassing voor me: wil ik Hagoromo niet zingen? Met luit in de hand om de melodie een beetje vast te houden, en met veel hulp van de koto-speelster sla ik me er doorheen. De opluchting op de gezichten om me heen is zichtbaar. Voor ik iets kan zeggen hebben ze al besloten dat ik het ga doen: op het concert in Hirado en in Nagasaki. Om het te vieren word ik met twee koto-dames uit eten gestuurd, sashimi, natuurlijk. Na de lunch doe ik boodschapjes, ik wordt overal herkend en zo warm behandeld, Japanse gastvrijheid kent geen grenzen, zo lijkt het wel. Thuis heb ik nog net tijd wat Japanse liedjes te bewerken voor luitsolo voor het concert van vanavond. Momoeda-san, de vriend uit Tabira, haalt me aan het eind van de middag op voor een bijzondere avond. Ik speel met plaatselijke amateur- en beroepsmusici een concert in het cultureel centrum van Tabira. De sfeer is fantastisch. Zelfs de burgermeester speelt mee. Ook de luitliedjes die ik eerder heb ingestudeerd met de vrienden uit Tabira komen aan bod. Na afloop is er een feestmaal in een sashimi-restaurant. Laat in de avond wordt ik naar het Japan Healing Science Institute gereden. De baas, ook baas van het museum, wacht me op met bier en een toer door de verschillende baden in zijn centrum. Het meisje dat de baden bedient schept er genoegen in mij te zien spartelen in de zwemtrainer. Ik ga die avond naar bed in een kamer met een echt bed. woensdag 23 augustus 2000 Ik sta een beetje stijf op uit mijn eerste nacht in een gewoon bed na meer dan een maand. Gelukkig is er een Japans ontbijt: rijst met een rauw eitje en groene thee, misosoep, een gegrild visje en wat groenten op zuur. Gesterkt kan ik aan de dag beginnen. Om 10 uur hebben Merel en ik een klein concertje in het Healing Center. Glenn speelt te pas en te onpas mee met een aantal stukken. Aan het slot komt Emeke wervelend binnen in haar Afrikaanse danstenue. Er zitten veel waku waku kinderen in het publiek, en na het concert is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Bijvoorbeeld wat we graag eten in Japan... Tot mijn vreugde zijn er ook wat vrienden van de gitaarworkshops naar het concert gekomen. Maar ik kan niet lang blijven napraten, ik moet meteen terug naar Hirado voor de waku waku workshop. Ik probeer vier lieve kindjes te laten improviseren. Er doet zich een lichte cultuurschok voor. Liedjes spelen kunnen ze wel, op blokfluit, melodica, trompet en gitaar, maar zelf je noten verzinnen is helemaal nieuw voor ze. Met wat geduw en getrek, en veel omwegen en zijpaden, kom ik toch een beetje waar ik wil zijn: ze verzinnen hun eigen liedjes. Eerst van drie noten, later van vijf. We rijgen de liedjes aaneen tot een groot stuk en ik begeleid het allemaal op gitaar. 'Een beetje moeilijk, maar wel leuk' is de gezamenlijke slotconclusie. 's Avonds ga ik met Machida-san naar een symphonie-orkest luisteren in de grote concertzaal van Hirado. Ik vind de kleine kinderen in het publiek maar rumoerig, maar halverwege het concert mogen er een heleboel het podium op om mee te doen. Het levert een schattig beeldd op, en heel gezellige muziek. Na afloop meteen door naar sensei voor alweer een repetitie. Hagoromo natuurlijk, want ik heb wel gezegd dat ik het ga doen, maar dat wil nog niet zeggen dat ik het al kan. Na afloop van de repetitie haalt sensei Machida-san erbij voor wat serieuze vertaling. Ze wil me een van haar shamisen geven, omdat ze vindt dat ik in Nederland Japanse muziek moet blijven spelen. Het is een lang gesprek over vervoer, onderhoud, bladmuziek, mogelijkheden voor concerten en heel veel meer. Het instument dat ik meekrijg, heeft ze al 50 jaar. Het voelt alsof ze een kind aan me afstaat. Ik voel me vereerd en weet niet goed haar te bedanken. Maar ze wil van geen dank weten, ze voelt het als haar plicht mij op weg te helpen. Alweer heb ik het gevoel dat ik een vriendschap tegenkom die alle oppervlakkigheid overslaat en direct doordringt tot een diepe, persoonlijke band. Ik heb hier echt familie bijgekregen. Pas na twaalven heb ik tijd om me voor te bereiden op de workshop van morgen. Ik heb besloten de waku waku kinderen een handje te helpen, en schrijf een blaadje vol met 'improvisaties' op een thema. Dan kunnen we dat morgen samen spelen. donderdag 24 augustus 2000 Een dag vol workshops. 's Morgens Waku Waku met dezelfde groep van gisteren. Mijn nachtelijk huiswerk werpt zijn vruchten af: we studeren het met plezier in. Ook probeer ik ze weer wat te laten improviseren. Het blijft bij wat proberen, de cultuurschok is nog steeds te groot. Ze spelen Japanse liedjes voor me. We eten met z'n allen weer een hapje van de afhaaljapanner. Dan is er een schok voor mij: de workshop in de middag is met mijn groepje Waku Waku kinderen en een zaal vol babies en peuters met moeders. Ze hebben een boekje met kinderliedjes voor me, die liedjes kennen ze in elk geval. We spelen en zingen met z'n allen deze liedjes en het resultaat van de ochtendworkshop. Ik laat de kinderen meeklappen en trommelen op de percussie-instrumentjes die Glenn hier in een andere workshop heeft gemaakt. Het wordt heel gezellig. Nog een kleine cultuurschok: een van de jochies is wel heel erg storend met een egg-shaker rond aan het hollen. Ik stop hem door z'n egg-shaker af te pakken en voor te doen hoe hij in de maat mee kan doen. Op het moment dat ik het instrumentje afpak valt er een ongelovige stilte bij kinderen en moeders: iets afpakken van een jongetje hebben ze nog nooit gezien, zo lijkt het. Vermoeid ga ik aan het eind van de middag naar huis. 's Avonds is er weer gitaarworkshop. Het is de laatste keer, en we spelen met z'n allen 'Twinkle, twinkle little star'. Na afloop neemt Uchino-san me mee naar een karaoke bar. Ik lig pas na veel sake, liedjes en gezelligheid in bed. vrijdag 25 augustus 2000 Tijdens het ontbijt studeer ik Hagoromo. Dan word ik opgehaald om bij Uchino-san thuis te repeteren voor het concert van morgen. Na afloop eten we (o.a.) sashimi, natuurlijk. 's Middags doe ik boodschapjes voor Nederland en pak ik een doos in voor het postkantoor. Ik krijg zoveel kadootjes, en koop zoveel etenswaar, dat ik het niet allemaal mee kan nemen. De eerste 15 kg gaan per boot naar Nederland. 's Avonds hebben Merel en ik The Magic Pearl repetitie op het 12xHolland podium aan de haven. Er gaan nog wat dingetjes scheef en we worden wat gestoord door een groep taiko's die ook aan de haven repeteert, maar we zijn vol goede hoop over de uitvoering. zaterdag 26 augustus 2000 De shamisen die ik voor de concerten moet gbruiken, krijgt vandaag nieuwe snaren. Ik ben er blij mee, want vooral met de eerste snaar had ik wat problemen. De bouwer uit Nagasaki is op bezoek bij sensei, en doet niet alleen mijn shamisen, maar zet ook nieuwe snaren op alle koto's en voert kleine reparaties uit. De shamisen die ik mee naar Nederland krijg zal hij mee naar zijn werkplaats nemen om echt linkshandig te maken en waar nodig op te knappen. Omdat het weer lunchtijd is, wordt er sashimi besteld. Ook hierin vindt sensei dat het niet voor minder kan. Het is ongelooflijk, zo als ik door haar in de watten wordt gelegd. Daarna is het soundcheck en repetitie met de taishou koto's op het 12xHolland podium. Er staat iemand met parasol om mijn luit uit de brandende zon te houden. Desondanks zie ik hem bijna onder mijn handen wegsmelten. De barstjes in de lak beginnen steeds meer op een echte scheur te lijken. Na de taishou koto's komt de trompet voor soundcheck. Dan moet ik weer weg voor een repetitie met shamisen. Ik krijg een hakama: traditionele dracht. Vanavond zal ik hem aandoen als ik shamisen speel in het concert. Even snel wat eten en naar het concert. Junko's oom uit Yokohama is gekomen! Hij zit tevreden achter een biertje en zal daar de rest van de avond niet meer wegkomen. Trots stel ik hem aan mijn vrienden voor. In het concert speel ik Fuji op shamisen, samen met veel koto's en shakuhachi's. Ik vind het fantastisch om in zo'n gezelschap muziek te maken. De nieuwe muziek is een openbaring voor mij. Als op de tast speel ik mee en probeer ik te begrijpen wat er om me heen gebeurt. Muzikale taal is universeel, dus zover red ik me wel, maar van het dialect van de traditionele Japanse muziek moet ik nog heel veel leren. In Rokudan speel ik met een koto en een shakuhachi samen, de beroeps uit Tokyo. Ik vind het een hele eer met ze te mogen spelen en doe hard mijn best. Later krijg ik te horen dat ik er een stuk gespannener bij zit dan als ik luit speel. Snel mijn hakama uitdoen en mijn luit pakken. Mijn volgende onderdeel is trompet met luit. Dankzij de versterking is de balans goed. De trompettist worstelt met zijn zenuwen, ik worstel met de wind die mijn muziek ombladert en met het transponeren: een bes-trompet klinkt een toon lager dan genoteerd, ik moet dus ook lager spelen. Dan zijn er veel taishou koto's met luit, twee taishou koto's met luit en luit solo. Voor mij een ontspannen afsluiting van het concert. Tot het licht uitvalt, want zonder bladmuziek ben ik nerens. Gelukkig zijn mijn ogen goed en kan ik in het schemer toch mijn muziek nog lezen. Als ik 's avonds laat thuiskom ga ik eerst nog Hagoromo studeren. Ik ben nu al zenuwachtig voor het concert van morgen. zondag 27 augustus 2000 Nog moe van gisteravond, en de weken ervoor, sta ik na alweer te weinig slaap op om een dag lang van afspraak naar afspraak te rennen: ik geniet al bij voorbaat. Eerst een repetitie met koto en shoo/shakuhachi voor Hagoromo. De twee spelers uit Tokyo zijn wat laat, zodat we uiteindelijk het stuk maar een keer door kunnen nemen. Het stuk voor gitaar en koto vertrouwen we wel zonder repetitie. Direct door naar het 12xHolland podium voor een soundcheck met Merel en de generale repetitie van Magic Pearl. Omdat er wat instrumenten ontbreken zing ik de tuba- en saxofoon-partijen mee terwijl ik dirigeer. Het gaat goed, dus zijn we vol vertrouwen voor vanavond. Thuis heb ik heel even om te eten en te studeren voor vanavond. Ik ontdek dat het bovenblad van mijn luit nu echt los begint te laten op drie verschillende plaatsen. De hitte en de vochtigheid hebben hun tol geeist. Ik ren naar de winkel voor wat goed plakband en repareer de schade provisorisch. Snel naar de volgende repetitie: 16 koto's en de shoo/shakuhachi speler in een heet zaaltje. Ik kom er bij zitten, luit op schoot, om Hagoromo met ze te studeren. Het is ook een moeilijk stuk voor hen. Na een uurtje zweten ren ik naar huis om mijn concertkleren aan te doen. Machida-san belt al vanaf het podium waar ik blijf. In de brandende zon dirigeer ik even later de Magic Pearl. Alles gaat goed, zelfs het moelijke 'Kaminari goro-chan' met de lastige inzetten. Machida-san speelt de grote solo in 'Kotori no uta' voor de laatste keer. Nu kan hij hij me niet meer plagen over de moeilijke noten die ik voor hem schreef. Merel en ik krijgen na afloop allebei een onfatsoenlijk grote bos bloemen. Later op de avond zal ik hem aan mijn lerares geven. Dan is mijn grote moment: gesteund door 16 koto's en de shoo/shakuhachi speler zing ik Hagoromo. Ik ben nerveus, het is mijn premiere als zanger, maar ik breng het er redelijk van af. De mensen zijn heel tevreden dat ik het gezongen heb, hoe ik het zong lijkt minder te tellen. Ook wat dat betreft zijn er verschillen in concertcultuur. Waar bij ons technisch kunnen en klankschoonheid belangrijk zijn, worden hier vooral verstaanbaarheid, timing en tijdsbeleving in muziek gewaardeerd. Ik begrijp er nog niet veel van, maar kan intuitief al wel een heel eind meekomen. De volgende programma-onderdelen voor mij zijn een stuk eenvoudiger: een verrassingsoptreden met het koor (ze drukken me de muziek vijf minuten tevoren in de hand), koto met gitaar en Merel met luit. Natuurlijk fluit Machida-san zijn stukje Mozart mee. Een hoogtepunt van de avond is ook Merels optreden. Ze danst haar Japanse dans. Oost en West ontmoeten elkaar hier: een blanke, roodharige vrouw met onmiskenbaar westerse bewegingen die, gekleed in kimono een Japanse traditionele dans doet. Het is fascinerend en bevreemdend om naar te kijken. Voor het slapen gaan probeer ik iets te begrijpen van het koto stuk waar ik morgen luit bij moet spelen. Tot 1 uur 's nachts zit ik erop te puzzelen, dan besluit ik maar te gaan slapen. maandag 28 augustus 2000 Een lang gekoesterde droom gaat in vervulling: vandaag gaan we naar Dejima in Nagasaki. Nadat de Nederlanders uit Hirado zijn weggestuurd hebben ze hier hun handelsnederzetting gehad. Om ook in deze oude Nederlandse sporen te lopen voelt heel bijzonder voor mij. Maar als we aankomen is er geen tijd om rustig rond te kijken. Eerst moeten we naar de Vice-Governor van Nagasaki prefecture. Dan is er een kranteninterview, gevolgd door lunch in sushi bar: alweer een droom die uitkomt. Ik heb nog net een half uurtje om in een boekwinkel naar shamisen muziek te zoeken. Ik heb geluk en vind vier boeken. Terug op Dejima is het tijd voor de repetitie. Het stuk voor koto en luit, waarvan ik gisteren de koto-muziek kreeg, had ik niet goed begrepen. Als we het doorspelen blijkt dat de stemming van de koto geheel anders is dan ik had gedacht. Ook zingt de koto-speelster er tot mijn verrassing bij. Ik besluit dus maar mijn boek dicht te doen en op het concert een improvisatie mee te spelen. Het gaat goed, want de volgende dag belt de televisie of ze de bladmuziek van dat stuk kunnen krijgen. Verder zing ik weer Hagoromo en doe ik mijn best om mijn shamisen in bedwang te houden in Rokudan. De Japanse concertcultuur is anders dan ik gewend ben: ze zijn al begonnen met spelen voor ik goed en wel klaar zit. Ik speel nog gitaar met koto en luit met Merel. Later hoor ik dat een oude shamisenlerares in de zaal onder de indruk was van mijn spel. Ook krijg ik naar aanleiding van dit concert aanbiedingen om meer shamisen concerten te komen doen in Japan met de koto-speelster. Misschien een kans om terug te komen? In de bus op de terugweg zit ik gezellig te praten met twee meisjes van mijn leeftijd. We hebben het over relaties en de plaats van mannen en vrouwen in de maatschappij in Japan en Nederland. We zien veel verschillen en ze zijn wel een beetje jaloers op mijn vrouw: het leven voor een getrouwde vrouw in Nederland is een stuk makkelijker dan in Japan. We komen tegen twaalven thuis aan, ik ben zo moe dat ik eigenlijk niet goed meer kan slapen. dinsdag 29 augustus 2000 Vandaag is een dag van inpakken en afsluiten. Keiko-san komt de gitaar afhalen die ik al de tijd heb kunnen lenen. We gaan uit eten in een restaurantje in een dorp een eind verderop. 's Middags pak ik mijn koffer in en breng ik de tweede doos naar het postkantoor. Ik koop een lapje mooie Japanse stof om een shamisentas van te maken. De eigenaar van de winkel herkent me en geeft me een enorme korting. Op de weg naar huis ga ik bij sensei langs om spulletjes terug te geven die ze me geleend heeft. Natuurlijk drinken we groene thee. We zullen elkaar missen. 's Avonds is er een afscheidsdiner van de taishou koto groep voor mij. Het is nog steeds vreselijk warm, dus ik kom in korte broek en T-shirt. Maar de rest heeft allemaal haar/zijn mooiste kleren aan. Een van de mannen is zelfs in uniform, hij is kapitein van de kustwacht in Hirado. Het wordt een gezellige avond met veel lekker eten, foto's kijken, karaoke en dansen. Ze zingen een afscheidslied voor me. Natuurlijk is er sashimi, voor mij zelfs een extra bord vol. woensdag 30 augustus 2000 Vandaag is een emotionele dag van afscheid. Ik ga nog een keer naar het postkantoor om een doos naar Nederland op te sturen. En ik ga voor de laatste keer uit eten met Machida-san en zijn moeder. Sashimi, natuurlijk. In mijn laatste wandelingetje door het dorp ontdek ik nog twee tempels. Daar heb ik de afgelopen maand helemaal geen tijd voor gehad. Om drie uur ligt de boot voor ons klaar in de haven. Met veel tranen, maar ook beloftes om elkaar weer terug te zien, nemen we afscheid. We krijgen papieren linten in de hand gedrukt die ons zo lang mogelijk verbinden met onze vrienden aan de wal. Als we in de bus stappen in Tabira, zijn daar ook nog vrienden van me. Met nog meer kado's. De busrit naar Fukuoka is gevuld met herinneringen, ik word steeds stiller. donderdag 31 augustus 2000 Ik sta vroeg op en loop met Merel, Emeke, Olaf en Romboud naar de metro. Het gaat allemaal voorspoedig. Inchecken met 24kg bagage en een luit is geen probleem, maar ik blijf het spannend vinden. Op Fukuoka en Kansai maak ik mijn kleingeld op aan kadootjes voor vrienden. In het vliegtuig naar Wenen zit ik naast een leuk Japans meisje: we kletsen honderduit. Zo heb er ik op het laatste moment alweer een vriend bij. Op Schiphol staan Wil en Junko ons op te wachten met 12xHolland vlag en rozen. Mijn Junko is er ook, maar komt pas een half uurtje later van de foute gate lopen. We drinken nog een biertje samen en dan gaat ieder zijns weegs. vrijdag 1 september 2000 Weer helemaal in Nederland: trui, regenjas, telefoon en agenda. Ik moet een paar Hirado dingen afronden: eerst naar de luitbouwer om mijn luit te laten repareren. Het is niet de eerste luit die het in de Japanse sauna heeft laten afweten. De bouwer pulkt mijn plakband van de luit af en zet een mesje in de spleet. Met veel lawaai komt het hele bovenblad los! Lijm ertussen, nieuw plakband erop en ik krijg hem meteen weer mee. Het is alsof je bij de operatie van je kind mee zit te kijken: het doet meer pijn bij mij. Maar de bouwer stelt me gerust. Dan naar de vriend die me op 12xHolland heeft gewezen. Zonder hem was ik nooit in Hirado geweest, dus is hij de eerste die een kadootje krijgt. Hij heeft ook wat voor mij: sashimi! En zo is de cirkel rond. Bezoek David's eigen homepage hier! lees het algemene dagverslag: lees het persoonlijke dagverslag van: |
Copyright 2000-2011, Studio E, Amsterdam.
The material of this website may never be reproduced in any form without advance agreement by Studio E. Contact us here.